Oorzaken van longontsteking
Longontsteking veroorzaakt door diverse bacteriën en virussen
Er zijn diverse bacteriële en virale verwekkers van ‘buiten het ziekenhuis opgelopen’ longontsteking (community-acquired pneumonia; CAP (Community-acquired pneumonia. Longontsteking die buiten het ziekenhuis is opgelopen.)) bekend. De belangrijkste verwekker is Streptococcus pneumoniae (pneumokok), maar bij meer dan de helft van de CAP-patiënten is de verwekker onbekend (Reukers et al. 2021 (Reukers, D.F.M, van Asten, L., Brandsema, P.S., Dijkstra, F., Hendriksen, J.M.T., Hooiveld, M., de Lange, M.M.A., Lanooij, S.J., Niessen, Teirlinck, A.C., Verstraten, Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Annual report Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2020/2021, Bilthoven (2021)) ).
Influenza is een belangrijke risicofactor voor longontsteking
Virale infecties, zoals met sommige verkoudheidsvirussen (zie tabel) en het griepvirus (influenza), zijn belangrijke risicofactoren die vooraf kunnen gaan aan het ontstaan van longontsteking. Ook onderliggende ziekten zoals diabetes mellitus, cystic fibrose (taaislijmziekte), nierinsufficiëntie, hartfalen (Hartfalen (decompensatio cordis) is het best te omschrijven als een klinisch syndroom dat bestaat uit een combinatie van klachten en verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van een tekortschietende pompfunctie van het hart. ) en (andere) aandoeningen die de weerstand verminderen zijn een risicofactor. Roken en het gebruik van alcohol verhogen eveneens de kans op een longontsteking (Luna et al. 2000 (Luna, C. M., Famiglietti, A., Absi, R., Videla, A. J., Nogueira, F. J., Fuenzalida, A. D., Gené, R. J., Community-acquired pneumonia: etiology, epidemiology, and outcome at a teaching hospital in Argentina. (2000)) , Gutiérrez et al. 2005 (Gutiérrez, F., Masiá, M., Rodríguez, J. C., Mirete, C., Soldán, B., Padilla, S., Hernández, I., de Ory, F., Royo, G., Hidalgo, A. M., Epidemiology of community-acquired pneumonia in adult patients at the dawn of the 21st century: a prospective study on the Mediterranean coast of Spain. (2005)) ). Andere determinanten van longontsteking zijn chronisch zuurstofgebrek en gebruik van medicijnen die de afweer verminderen (immunosuppressiva).
Reizen verhoogt het risico op een Legionella-infectie
Longontsteking kan ook het gevolg zijn van infectie met de bacterie Legionella pneumophila. We spreken dan van een legionellapneumonie, in de volksmond ook wel veteranenziekte genoemd. Reizen, een hogere leeftijd, roken en aandoeningen waardoor de afweer verminderd zijn belangrijke risicofactoren. Ongeveer een derde van de patiënten met een longontsteking veroorzaakt door de legionellabacterie heeft tijdens de incubatietijd een reis gemaakt. Bij een reis naar het buitenland is het risico op legionellose hoger dan bij een reis in eigen land. De afgelopen jaren (2018-2020) werden vooral de landen Italië, Duitsland en Frankrijk gemeld (Reukers et al. 2021 (Reukers, D.F.M, van Asten, L., Brandsema, P.S., Dijkstra, F., Hendriksen, J.M.T., Hooiveld, M., de Lange, M.M.A., Lanooij, S.J., Niessen, Teirlinck, A.C., Verstraten, Meijer, A., van Gageldonk-Lafeber, A.B., Annual report Surveillance of COVID-19, influenza and other respiratory infections in the Netherlands: winter 2020/2021, Bilthoven (2021)) ). Wanneer rekening wordt gehouden met het aantal vakantiegangers is vooral in Italië en de Verenigde Arabische Emiraten het risico wat hoger dan voor andere landen (Dabrera et al. 2017 (Dabrera, Brandsema, Lofdahl, Naik, Cameron, McMenamin, Pebody, Phin, Increase in Legionnaires' disease cases associated with travel to Dubai among travellers from the United Kingdom, Sweden and the Netherlands, October 2016 to end August 2017 (2017)) ; Brandsema & Isken 2014 (Brandsema, Isken, Legionellapneumonie als vakantiesouvenier : reisgerelateerde legionellose-meldingen in 2012 en 2013 (2014)) ).
Tabel: Een aantal belangrijke bacteriële en virale verwekkers van buiten het ziekenhuis opgelopen longontsteking
Bacteriën |
Virussen |
---|---|
Streptococcus pneumoniae |
Influenzavirus |
Mycoplasma pneumoniae |
Adenovirus |
Chlamydia pneumoniae |
Respiratoir syncytieel virus (RSV (Respiratoir syncytieel virus )) |
Legionella pneumophila |
Para-influenzavirus |
Haemophilus influenzae |
Coronavirus* |
Moraxella catarrhalis |
|
Chlamydia psittaci |
|
Coxiella burnetii |
|
Pseudomonas aeruginosa |
|
Staphylococcus aureus |
|
Mycobacterium tuberculosis |
|
Enterobacteriaceae (Een familie van bacteriën die veelal tot de normale darmflora van mens en dier behoren, zoals Escherichia coli, Shigella, Klebsiella en Enterobacter.) |
Bronnen: Huijskens et al. 2013 (Huijskens, E. G. W., van Erkel, AJ. M., Palmen, F. M. H., Buiting, A. G. M., Rossen, J. W. A., Kluytmans, JA. J. W., Viral and bacterial aetiology of community-acquired pneumonia in adults. (2013)) , van Gageldonk-Lafeber et al. 2013 (van Gageldonk-Lafeber, A.B., Wever, P. C., van der Lubben, I. M., de Jager, C. P. C., de Vries, M.C., Elberse, K., van der Sande, M. A. B., van der Hoek, W., Meijer, A., The aetiology of community-acquired pneumonia and implications for patient management (2013))
* Er zijn verschillende soorten coronavirussen waaronder MERS-CoV-coronavirus, SARS-CoV-1 en HCoV-NL63. Het coronavirus dat COVID-19 veroorzaakt, heet officieel SARS-CoV-2. COVID-19 valt buiten de afbakening van het onderwerp Infecties van de onderste luchtwegen op VZinfo.nl. Voor meer informatie over COVID-19 zie COVID-19.
Oorzaken van acute bronchitis en bronchiolitis
Virussen zijn belangrijkste veroorzaker van acute bronchi(oli)tis
Virussen en de bacterie Mycoplasma pneumoniae zijn de belangrijkste veroorzakers van actue bronchitis en/of bronchiolitis (zie tabel). Acute bronchiolitis komt voornamelijk bij jonge kinderen voor en heeft als belangrijkste veroorzaker het respiratoir syncytieel virus (RS-virus (Respiratoir syncytieel virus )) (Smyth & Openshaw 2006 (Smyth, R.L., Openshaw, P.J.M., Bronchiolitis (2006)) ). Bij acute bronchiolitis zijn de fijne vertakkingen van de luchtwegen ontstoken, terwijl bij acute bronchitis de centrale luchtwegen ontstoken zijn (Wenzel & Fowler 2006 (Wenzel, R.P., Fowler, A.A., Clinical practice. Acute bronchitis (2006)) ). Beide komen vooral in de herfst en wintermaanden voor (Wenzel & Fowler 2006 (Wenzel, R.P., Fowler, A.A., Clinical practice. Acute bronchitis (2006)) ; Smyth & Openshaw 2006 (Smyth, R.L., Openshaw, P.J.M., Bronchiolitis (2006)) ). Bij een longontsteking zijn de longblaasjes (die aan het einde van de fijne luchtwegen liggen) ontstoken (zie ook: Definities).
RS-virusinfectie leidt vooral bij jonge kinderen tot lage luchtweginfectie
RS-virusinfecties vormen de belangrijkste oorzaak van lage luchtweginfecties bij jonge kinderen. Ze komen over het algemeen seizoensgebonden voor (november tot en met maart). Door de COVID-19 pandemie en bijbehorende maatregelen kwam RS-virus in 2021 juist in de zomer voor (RIVM-website: Stand van zaken RS-virus). In Nederland hebben bijna alle kinderen van drie jaar één of meer RS-virusinfecties doorgemaakt (Berbers et al. 2021 (Berbers, Mollema, van der Klis, F., den Hartog, G., Schepp, Antibody Responses to Respiratory Syncytial Virus (2021)) ). De immuniteit tegen RS-virus is onvolledig en van korte duur waardoor herinfectie gedurende het hele leven voorkomt. Ook bij ouderen met een zwakke gezondheid is RS-virus een vaak voorkomende oorzaak van luchtweginfecties. Dit veroorzaakt soms uitbraken in verzorgings- en verpleeghuizen.
RS-virus vaak oorzaak bij ziekenhuisopname kinderen voor luchtweginfectie
In een studie in 7 Europese landen (waaronder Nederland) was RS-virus de belangrijkste microbiologische verwekker bij kinderen die voor een luchtweginfectie in het ziekenhuis opgenomen moesten worden (Reeves et al. 2020 (Reeves, van Wijhe, Tong, Lehtonen, Stona, Teirlinck, A.C., Fernandez, L, Li, Giaquinto, Fischer, T, Demont, Heikkinen, Speltra, van Boven, M., Bøås, Campbell, Respiratory Syncytial Virus-Associated Hospital Admissions in Children Younger Than 5 Years in 7 European Countries Using Routinely Collected Datasets (2020)) ). Tussen 2003 en 2016 werden in Nederland 2.161 kinderen tot en met 24 maanden oud op de IC (Intensive care. Op een IC-afdeling worden patiënten opgenomen bij wie de vitale functies gestoord of ernstig bedreigd zijn en bij wie vaak ademhaling, bloedsomloop en nierfunctie bewaakt en gedeeltelijk of geheel worden ondersteund of overgenomen. ) opgenomen voor bronchiolitis veroorzaakt door RS-virus. Het jaarlijkse aantal opnames nam gedurende deze periode toe, voornamelijk door een toename bij kinderen tot 3 maanden oud (Linssen et al. 2021 (Linssen, Bem, Kapitein, Rengerink, K, Otten, Hollander, B, Bont, van Woensel, Burden of respiratory syncytial virus bronchiolitis on the Dutch pediatric intensive care units (2021)) ). Hoogrisicogroepen voor een ernstig verloop van bronchiolitis zijn baby’s jonger dan 6 weken; te vroeg geboren baby’s en baby’s met een aangeboren hartziekte, neurologische ziekte, niet goed werkend immuunsysteem of chronische longziekte door vroeggeboorte (Smyth & Openshaw 2006 (Smyth, R.L., Openshaw, P.J.M., Bronchiolitis (2006)) ).
Tabel: Micro-organismen die acute bronchi(oli)tis veroorzaken
Virussen |
Bacteriën |
---|---|
Rhinovirussen |
Mycoplasma pneumoniae |
Para-influenzavirussen |
Chlamydia pneumoniae |
RS-virus |
Overige bacteriën |
Influenzavirussen |
|
Adenovirussen |
|
Humaan metapneumovirus (hMPV) | |
Enterovirus | |
Overige virussen |
Bronnen: Rai et al. 2022 (Rai, E., Alaraimi, R., Al Aamri, I., Pediatric lower respiratory tract infection: Considerations for the anesthesiologist (2022)) , Kenmoe et al. 2020 (Kenmoe, Kengne-Nde, Ebogo-Belobo, DSerge, AFataw, Njouom, Systematic review and meta-analysis of the prevalence of common respiratory viruses in children < 2 years with bronchiolitis in the pre-COVID-19 pandemic era. (2020)) , Wenzel & Fowler 2006 (Wenzel, R.P., Fowler, A.A., Clinical practice. Acute bronchitis (2006))
- P.S. Brandsema (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- A.C. Teirlinck (RIVM)
- A.B. van Gageldonk (RIVM)
- M.M. Harbers, red. (RIVM)