Naar inkomen en geslacht
Sla de grafiek Jaarprevalentie acute bronchitis/bronchiolitis naar inkomen en geslacht 2022 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- De cijfers zijn voorlopig.
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code R78
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
- De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Naar inkomen en leeftijd
Sla de grafiek Jaarprevalentie acute bronchitis/bronchiolitis naar inkomen en leeftijd 2022 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- De cijfers zijn voorlopig.
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code R78
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
- De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Vóórkomen acute bronchitis/bronchiolitis neemt af met inkomen
Bovenstaande grafieken tonen de jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van acute bronchitis/bronchiolitis naar inkomen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven personen in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het inkomen van het huishouden waartoe zij behoren. Uit de grafiek blijkt dat het aantal mensen met acute bronchitis/bronchiolitis (jaarprevalentie) vanaf 30 jaar en ouder en bij zowel vrouwen als mannen afneemt met het stijgen van het inkomen. Uitzondering hierop is de midden inkomensklasse in de leeftijdsgroep 45- tot en met 59-jarigen en in de leeftijdsgroep 75+. In deze leeftijdsgroepen komt acute bronchitis/bronchiolitis in de midden inkomensklasse minder voor dan in de hoog-midden inkomensklasse. Over het algemeen komt acute bronchitis/bronchiolitis meer voor bij mensen die deel uitmaken van een huishouden met een lager inkomen.
De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2022 bekend waren bij de huisarts met acute bronchitis/bronchiolitis. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2022 contact te hebben gehad met de huisarts voor deze klacht.
Trend jaarprevalentie acute bronchitis/bronchiolitis naar inkomen
Sla de grafiek Trend jaarprevalentie acute bronchitis/bronchiolitis naar inkomen 2012-2022 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- De cijfers van 2022 zijn voorlopig.
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code R78
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
- De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Vóórkomen acute bronchitis/bronchiolitis gedaald in alle inkomensklassen
Bovenstaande grafiek toont de trend in de jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van acute bronchitis/bronchiolitis naar inkomen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven personen in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het inkomen van het huishouden waartoe zij behoren. Acute bronchitis/bronchiolitis komt relatief meer voor bij mensen die deel uitmaken van een huishouden met een lager inkomen. In de periode 2012-2021 is de jaarprevalentie van acute bronchitis/bronchiolitis in iedere inkomensgroep afgenomen. In de periode 2021-2022 is de jaarprevalentie weer iets gestegen.
Mogelijk lagere aantallen in 2020 en 2021 door COVID-19
In de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers over door huisartsen geregistreerde klachten en aandoeningen beïnvloed door de COVID-19-uitbraak en de daarvoor genomen landelijke maatregelen. In 2020 is de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van een groot aantal klachten en aandoeningen afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht (Nielen et al. 2021 (Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)) ). Het totaal aantal ziekteregistraties lag in 2021, na een daling in 2020, weer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit wijst erop dat de COVID-19-uitbraak minder invloed heeft gehad op de cijfers van 2021 (Heins et al. 2022 (Heins, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, de Leeuw, Urbanus, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2022)) ).
Naar inkomen en geslacht
Sla de grafiek Jaarprevalentie longontsteking naar inkomen en geslacht 2022 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- De cijfers zijn voorlopig.
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code R81
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
- De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Naar inkomen en leeftijd
Sla de grafiek Jaarprevalentie longontsteking naar inkomen en leeftijd 2022 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- De cijfers zijn voorlopig.
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code R81
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
- De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Vóórkomen longontsteking neemt af met inkomen
Bovenstaande grafieken tonen de jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van longontsteking naar inkomen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven personen in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het inkomen van het huishouden waartoe zij behoren. Uit de grafiek blijkt dat het aantal mensen met een longonsteking (jaarprevalentie) in bijna alle leeftijdsgroepen en bij zowel vrouwen als mannen afneemt met het stijgen van het inkomen. Een longontsteking dus relatief vaker voor bij mensen die deel uitmaken van een huishouden met een lager inkomen. Uitzondering hierop zijn de leeftijdsgroepenen 0- tot en met 14-jarigen en 15- tot en met 29-jarigen. In deze leeftijdsgroepen is er weinig verschil in het vóórkomen van longontsteking tussen de verschillende inkomensgroepen.
De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2022 bekend waren bij de huisarts met een longonsteking. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2022 contact te hebben gehad met de huisarts voor deze klacht.
Trend jaarprevalentie pneumonie naar inkomen
Sla de grafiek Trend jaarprevalentie longontsteking naar inkomen 2012-2022 over en ga naar de datatabelBron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- De cijfers van 2022 zijn voorlopig.
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code R81
- Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.
- De personen in de registratie van huisartsen zijn in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het gestandaardiseerd inkomen van het huishouden waartoe zij behoren (zie Verantwoording methoden).
- Achterliggende cijfers op CBS StatLine
Verschillen in vóórkomen longontsteking tussen inkomensklassen vrijwel constant
Bovenstaande grafiek toont de trend in de jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.) van longonsteking naar inkomen in de registratie van huisartsen. Hierbij is de groep ingeschreven personen in vijf groepen met een gelijk aantal personen (kwintielen) verdeeld, naar hoogte van het inkomen van het huishouden waartoe zij behoren. Een longonsteking komen relatief vaker voor bij mensen die deel uitmaken van een huishouden met een lager inkomen. De verschillen tussen de inkomensgroepen zijn in de periode 2012-2022 vrijwel constant gebleven.
Mogelijk lagere aantallen in 2020 en 2021 door COVID-19
In de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers over door huisartsen geregistreerde klachten en aandoeningen beïnvloed door de COVID-19-uitbraak en de daarvoor genomen landelijke maatregelen. In 2020 is de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van een groot aantal klachten en aandoeningen afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht (Nielen et al. 2021 (Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)) ). Het totaal aantal ziekteregistraties lag in 2021, na een daling in 2020, weer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit wijst erop dat de COVID-19-uitbraak minder invloed heeft gehad op de cijfers van 2021 (Heins et al. 2022 (Heins, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, de Leeuw, Urbanus, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2022)) ).
- V. Hermans, red. (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))