Persoonlijkheidsstoornissen veroorzaken problemen op diverse gebieden
Mensen met een persoonlijkheidsstoornis ondervinden op diverse gebieden beperkingen als gevolg van hun stoornis. Dit is deels te verklaren door het feit dat veel mensen met een persoonlijkheidsstoornis, ook één of meerdere andere stoornissen hebben. Echter, ook de persoonlijkheidsstoornis op zich leidt tot functionele beperkingen. Mensen met persoonlijkheidsstoornissen functioneren beroepsmatig slechter en zijn vaker afwezig van werk dan mensen zonder persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast kan de kwaliteit van sociale relaties lager zijn en kunnen problemen worden ervaren in de vrijetijdsbesteding (Skodol et al. 2007 (Skodol, AW. E., Johnson, J.G., Cohen, P, Sneed, JR., Crawford, TN., Personality disorder and impaired functioning from adolescence to adulthood. (2007)) ;Lim et al. 2000 (Lim, D, Sanderson, K, Andrews, G, Lost productivity among full-time workers with mental disorders. (2000)) ; Oltmanns et al. 2002 (Oltmanns, TF., Melley, AH., Turkheimer, E, Impaired social functioning and symptoms of personality disorders assessed by peer and self-report in a nonclinical population. (2002)) ; Skodol et al. 2005 (Skodol, AE., Pagano, ME., Bender, DS., Shea, TM., Yen, S, Stout, RL., Morey, LC., Sanislow, CA., Grilo, CM., Zanarini, MC., McGlashan, TH., Gunderson, J, Stability of functional impairment in patients with schizotypal, borderline, avoidant, or obsessive-compulsive personality disorder over two years. (2005)) ).
Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben lagere kwaliteit van leven
Mensen met persoonlijkheidsstoornissen hebben een aanzienlijk lagere kwaliteit van leven in vergelijking met mensen zonder persoonlijkheidsstoornis. Zo is er sprake van verminderde kwaliteit van contact met vrienden en een mindere mate van zelfverwerkelijking (De ontwikkeling van een mens tot een individu of een zelfstandige persoonlijkheid ). De kwaliteit van leven hangt voornamelijk samen met het aantal persoonlijkheidsstoornissen dat iemand heeft, en minder met de specifieke aard van de persoonlijkheidsstoornis (Soeteman et al. 2008 (Soeteman, DI., Verheul, R, Busschbach, JJ. V., The burden of disease in personality disorders: diagnosis-specific quality of life. (2008)) ; Cramer et al. 2006 (Cramer, V, Torgersen, S, Kringlen, E, Personality disorders and quality of life. A population study. (2006)) ).
Persoonlijkheidsstoornis gaat vaak gepaard met andere stoornissen
Een meerderheid van de mensen met een persoonlijkheidsstoornis heeft daarnaast tenminste één andere psychische stoornis. Stoornissen die vaak optreden naast een persoonlijkheidsstoornis zijn:
- depressieve stoornis
- bipolaire stoornis
- angststoornis
- verslavingsstoornis
- eetstoornis
- ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder (Aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit))
- somatoforme stoornissen (Ziektebeelden waarbij lichamelijke klachten in verband staan met psychische symptomen.)
- andere persoonlijkheidsstoornissen
Naast psychische problemen hebben mensen met een persoonlijkheidsstoornis ook vaker last van lichamelijke aandoeningen zoals hartproblemen, maag-darmaandoeningen en obesitas (Er is sprake van obesitas of ernstig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 30 kg/m2. ). Dit heeft te maken met de hoge mate van stress die wordt ervaren door mensen met een persoonlijkheidsstoornis (Hasin et al. 2005 (Hasin, D.S., Stinson, FS., Grant, B.F., Goodwin, R.D., Epidemiology of major depressive disorder: results from the National Epidemiologic Survey on Alcoholism and Related Conditions. (2005)) ; Bowden & Maier 2003 (Bowden, C, Maier, W, Bipolar disorder and personality disorder (2003)) ; Coid et al. 2006 (Coid, J, Yang, M., Tyrer, P, Roberts, A, Ullrich, S, Prevalence and correlates of personality disorder in Great Britain. (2006)) ; Verheul 2001 (Verheul, R., Co-morbidity of personality disorders in individuals with substance use disorders. (2001)) ; Cassin & von Ranson 2005 (Cassin, SE., von Ranson, KM., Personality and eating disorders: a decade in review. (2005)) ; Anckarsäter et al. 2006 (Anckarsäter, H, Stahlberg, O, Larson, T, Hakansson, C, Jutblad, S, Niklasson, L, Nydén, A, Wentz, E, Westergren, S, Gillberg, C, Rastam, M, Cloninger, C. R., The impact of ADHD and autism spectrum disorders on temperament, character, and personality development. (2006)) ; Garcia-Campayo et al. 2007 (Garcia-Campayo, J, Alda, M, Sobradiel, N, Olivan, B, Pascual, A, Personality disorders in somatization disorder patients: a controlled study in Spain. (2007)) ; Soeteman et al. 2008 (Soeteman, DI., Verheul, R, Busschbach, JJ. V., The burden of disease in personality disorders: diagnosis-specific quality of life. (2008)) ; Kaasenbrood et al. 2013 (Kaasenbrood, A., Hutsebaut, J., van Bunningen, N., Factsheet Kenniscentrum PS. Persoonlijkheidsstoornissen: diagnostiek en behandeling , Utrecht (2013)) ).
Borderline-PS is geassocieerd met functionele verstoringen en suïcidaliteit
Mensen met een borderline-persoonlijkheidsstoornis (PS) ondervinden verstoringen in hun functioneren als gevolg van hun stoornis. Er zijn zowel problemen in de interactie en relaties met anderen, als in beroepsmatig functioneren. Hoe meer symptomen van borderline-PS iemand heeft, hoe groter de kans dat iemand zonder partner woont en geen betaalde baan heeft. Vanwege de beperkingen, hoge mate van impulsiviteit en intense stemmingswisselingen, kan er sprake zijn van suïcidaliteit: 8 tot 10% van de mensen met borderline-PS suïcideert zich. Een veel hoger percentage, ongeveer 75%, doet op enig moment een suïcidepoging (Verheul et al. 2016 (Verheul, R, Kaasenbrood, A., Tuithof, M, Kleinjan, M, Dorsselaer, S., ten Have, M., de Graaf, R, Prevalence rates of borderline personality disorder symptoms: a study based on the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2. (2016)) ; Leichsenring et al. 2011 (Leichsenring, F, Leibing, E, Kruse, J, New, AS., Leweke, F, Borderline personality disorder. (2011)) ; Gunderson 2001 (Gunderson, J, Borderline Personality Disorder: A Clinical Guide, Washington, DC (2001)) ; Black et al. 2004 (Black, DW., Blum, N, Pfohl, B, Hale, N, Suicidal behavior in borderline personality disorder: prevalence, risk factors, prediction, and prevention. (2004)) ; Cramer et al. 2006 (Cramer, V, Torgersen, S, Kringlen, E, Personality disorders and quality of life. A population study. (2006)) ).
Mensen met borderline-PS hebben een lagere kwaliteit van leven
Mensen met borderline-persoonlijkheidsstoornis (PS) ervaren een mindere mate van subjectief welzijn en zelfverwerkelijking dan mensen zonder borderline-PS. Daarnaast scoren ze lager op de mate van tevredenheid over contact met vrienden en verwachten zij minder steun van anderen bij ziekte. Mensen met borderline-PS rapporteerden ook meer negatieve levensgebeurtenissen te hebben meegemaakt en een slechtere band te hebben met familie (Cramer et al. 2006 (Cramer, V, Torgersen, S, Kringlen, E, Personality disorders and quality of life. A population study. (2006)) ; Soeteman et al. 2008 (Soeteman, DI., Verheul, R, Busschbach, JJ. V., The burden of disease in personality disorders: diagnosis-specific quality of life. (2008)) ).
Borderline-PS gaat vaak gepaard met andere stoornissen
Een meerderheid van de mensen met borderline-persoonlijkheidsstoornis (PS) heeft daarnaast een andere psychische stoornis. Ongeveer 84,5% van de mensen met borderline-PS heeft in de periode van een jaar tenminste één andere psychische stoornis (Lenzenweger et al. 2007 (Lenzenweger, MF., Lane, MC., Loranger, AW., Kessler, R. C., DSM-IV personality disorders in the National Comorbidity Survey Replication. (2007)) ). De stoornissen die het vaakst naast borderline-PS optreden zijn stemmingsstoornissen,angststoornissen en middelen-gerelateerde stoornissen (Skodol et al. 2002 (Skodol, AE., Gunderson, J, Siever, LJ., Livesley, JW., Pfohl, B, Widiger, TA., The borderline diagnosis II: biology, genetics, and clinical course. (2002)) ; Grant et al. 2008 (Grant, B.F., Chou, PS., Goldstein, R. B., Huang, B, Stinson, FS., Saha, TD., Smith, SM., Dawson, DA., Pulay, AJ., Pickering, RP., Ruan, JW., Prevalence, correlates, disability, and comorbidity of DSM-IV borderline personality disorder: results from the Wave 2 National Epidemiologic Survey on Alcohol and Related Conditions. (2008)) ; Verheul et al. 2016 (Verheul, R, Kaasenbrood, A., Tuithof, M, Kleinjan, M, Dorsselaer, S., ten Have, M., de Graaf, R, Prevalence rates of borderline personality disorder symptoms: a study based on the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2. (2016)) ). Naar schatting 73,9% van de mensen met borderline-PS voldoet ooit in het leven aan de criteria van een andere persoonlijkheidsstoornis (Grant et al. 2007 (Grant, B.F., Hasin, D.S., Stinson, FS., Ogburn, E, Prevalence, correlates, disability, and comorbidity of DSM-IV alcohol abuse and dependence in the United States: results from the National Epidemiologic Survey on Alcohol and Related Conditions. (2007)) ).
Antisociale-PS veroorzaakt problemen op vele domeinen
Mensen met een antisociale-persoonlijkheidsstoornis (PS) ondervinden op diverse gebieden beperkingen als gevolg van hun stoornis. Ze ervaren meer problemen op het werk en doen ze een groter beroep op de gezondheidszorg dan mensen zonder de stoornis. Zo maken ze bijna vier keer zo vaak gebruik van zorgvoorzieningen als gevolg van psychische problemen, alcohol- of drugsproblemen dan mensen zonder antisociale-PS. Mensen met een antisociale-PS zijn ook vaker laaggeschoold en wonen vaker zonder partner. Ten slotte is antisociale-PS gerelateerd aan een verhoogde kans op criminaliteit. Antisociale-PS komt ongeveer tien keer zo vaak voor onder gevangenen dan in de algemene bevolking (Tuithof et al. 2010 (Tuithof, M, Dorsselaer, S., de Graaf, R., ten Have, M., ADHD, gedragsstoornissen en antisociale persoonlijkheidsstoornis. Vóórkomen en gevolgen in de algemene bevolking: resultaten van NEMESIS-2, Utrecht (2010)) ; Lenzenweger et al. 2007 (Lenzenweger, MF., Lane, MC., Loranger, AW., Kessler, R. C., DSM-IV personality disorders in the National Comorbidity Survey Replication. (2007)) ; Fridell et al. 2008 (Fridell, M, Hesse, M, Jaeger, M, Kühlhorn, E, Antisocial personality disorder as a predictor of criminal behaviour in a longitudinal study of a cohort of abusers of several classes of drugs: relation to type of substance and type of crime (2008)) ; Fazel & Danesh 2002 (Fazel, S, Danesh, J, Serious mental disorder in 23000 prisoners: a systematic review of 62 surveys. (2002)) ).
Mensen met antisociale-PS hebben lagere kwaliteit van leven
Mensen met een antisociale-persoonlijkheidsstoornis (PS) hebben een lagere perceptie van zowel hun algemene als psychische gezondheid. Daarnaast scoren ze lager op sociaal functioneren en vitaliteit vergeleken met mensen zonder antisociale-PS. Ze voelen zich ook vaker ongelukkig, neerslachtig of zenuwachtig en rapporteren veel negatieve levensgebeurtenissen (Tuithof et al. 2010 (Tuithof, M, Dorsselaer, S., de Graaf, R., ten Have, M., ADHD, gedragsstoornissen en antisociale persoonlijkheidsstoornis. Vóórkomen en gevolgen in de algemene bevolking: resultaten van NEMESIS-2, Utrecht (2010)) ; Cramer et al. 2006 (Cramer, V, Torgersen, S, Kringlen, E, Personality disorders and quality of life. A population study. (2006)) ).
Antisociale-PS gaat vaak gepaard met andere stoornissen
Mensen met een antisociale-persoonlijkheidsstoornis (PS) krijgen 3,2 keer zo vaak ooit in het leven te maken met een andere stoornis dan een persoonlijkheidsstoornis. Ook wanneer slechts naar het afgelopen jaar wordt gekeken is er veel comorbiditeit (Een combinatie van twee of meer aandoeningen bij één persoon. In tegenstelling tot bij multimorbiditeit is sprake van aandoeningen die zijn gerelateerd aan een hoofdaandoening. ). Stoornissen die het vaakst voorkomen naast antisociale-PS zijn stoornissen in het middelengebruik, ADHD, stemmingsstoornissen, angststoornissen en stoornissen in de impulsbeheersing. Mensen met een antisociale-PS hebben daarnaast vaak ook een andere persoonlijkheidsstoornis (Tuithof et al. 2010 (Tuithof, M, Dorsselaer, S., de Graaf, R., ten Have, M., ADHD, gedragsstoornissen en antisociale persoonlijkheidsstoornis. Vóórkomen en gevolgen in de algemene bevolking: resultaten van NEMESIS-2, Utrecht (2010)) ; Lenzenweger et al. 2007 (Lenzenweger, MF., Lane, MC., Loranger, AW., Kessler, R. C., DSM-IV personality disorders in the National Comorbidity Survey Replication. (2007)) ; Ullrich & Coid 2009 (Ullrich, S, Coid, J, Antisocial personality disorder: Co-morbid Axis I mental disorders and health service use among a national household population (2009)) ).
- F.L. Hakstege (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- J. Hutsebaut (de Viersprong)