Bevolkingsonderzoek: secundaire preventie

Sinds 1996 biedt de overheid een landelijk bevolkingonderzoek baarmoederhalskanker aan (secundaire preventie) om (voorstadia van) baarmoederhalskanker in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-Centrum voor Bevolkingsonderzoek coördineert en regisseert het bevolkingsonderzoek in opdracht van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De doelgroep van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker bestaat uit personen tussen de 30 en 65 jaar. Vanaf 1 januari 2017 is het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gewijzigd. Uitstrijkjes worden in het laboratorium eerst onderzocht op de aanwezigheid van hrHPV Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus (Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus). Als dit virus aanwezig is, wordt het uitstrijkje beoordeeld op afwijkende cellen. Op basis van de uitkomsten van dit celonderzoek wordt bepaald of onderzoek bij de gynaecoloog nodig is. Een andere wijziging in het bevolkingsonderzoek is dat personen sinds 2017 de mogelijkheid wordt geboden om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek met behulp van een zelfafnameset. Daarnaast worden personen sinds 2022 uitgenodigd voor het maken van een uitstrijkje wanneer ze 30, 35, 40, 50 en 60 jaar oud zijn. Daarvóór kregen ze elke 5 jaar een uitnodiging. 45- en 55- jarigen krijgen alleen een uitnodiging als ze bij hun vorige deelname HPV Humaan papilloma virus (Humaan papilloma virus)-positief waren, of als ze in de vorige ronde niet hebben deelgenomen. Sinds 2022 worden mensen op de leeftijd van 65 jaar uitgenodigd, waarbij de vorige uitslag hrHPV-positief was, maar die toen niet zijn doorverwezen naar een gynaecoloog.


Deelnamepercentage na 15 maanden 2023

Sla de grafiek Deelname bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2017-2023 over en ga naar de datatabel

Bron:  Bevolkingsonderzoek Nederland

  • In 2023 heeft er een aantal wijzigingen plaatsgevonden in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Hierdoor was de situatie in 2023 niet direct vergelijkbaar met die van voorgaande jaren.
  • *Sinds 2022 worden 65-jarigen uitgenodigd wanneer ze tijdens de voorgaande ronde (op leeftijd 60) hrHPV Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus (Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus)-positief waren, maar niet zijn doorverwezen naar een gynaecoloog.

Deelnamepercentage na 27 maanden 2023

Sla de grafiek Deelname bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2017-2023 over en ga naar de datatabel

Bron:  Bevolkingsonderzoek Nederland

  • Voor het jaar van uitnodiging 2023 is de peildatum van deelnamegraad na 27 maanden (1 april 2025) nog niet bereikt.

Deelname aan bevolkingsonderzoek 50% in 2023

In 2023 zijn 703.994 personen uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarnaast ontvingen 5.667 personen geen uitnodiging die zich in een eerdere ronde definitief hadden afgemeld, maar wel tot de doelgroep behoren. Een volledige screeningsronde duurt vijf jaar en deelname wordt op drie momenten gepeild (15, 27 en 60 maanden na aanvang van het uitnodigingsjaar). Op 1 april 2024 (15 maanden na aanvang van het uitnodigingsjaar 2023) hebben 352.778 personen (49,7%) deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek. De deelnamegraad is daarmee in 2023 hoger dan in 2022 (45,7%). Bij de leeftijdscategorieën van 45 tot en met 49 jaar en 55 tot en met 59 jaar was de deelnamegraad het laagst. Door een wijziging in het uitnodigingsschema bestaan deze leeftijdsgroepen sinds 2022 voornamelijk uit personen die tijdens een voorgaande ronde niet deelnamen aan het bevolkingsonderzoek. Deze selectieve groep lijkt minder bereid om deel te nemen. Van de deelnemers nam 44% deel door middel van een zelfafnameset. Dit is hoger dan het aantal deelnemers in 2022 (22%). Voor de jaren 2017-2022 blijkt de deelnamegraad op peildatum 27 maanden 6 tot 16 procentpunt Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen waarden die in procenten worden uitgedrukt. Een stijging van 1 procentpunt is bijvoorbeeld een stijging van 4 naar 5%. (Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen waarden die in procenten worden uitgedrukt. Een stijging van 1 procentpunt is bijvoorbeeld een stijging van 4 naar 5%.) hoger te liggen dan op peildatum 15 maanden. 

Beschermingsgraad 71% in 2023

De beschermingsgraad bedroeg  71,0% in 2023. De beschermingsgraad (ook wel het vijfjaarsbereik genoemd) is het percentage 30 tot en met 65-jarigen (screeningsleeftijdsgroep) dat in de vijf jaar voorafgaand aan het verslagjaar is beschermd tegen het krijgen van baarmoederhalskanker door deelname aan onderzoeken (binnen of buiten het bevolkingsonderzoek) of door het missen van een baarmoeder als gevolg van uterusextirpatie (uterusextirpatie opgenomen sinds 2022). Het vijfjaarsbereik is in de periode 2019-2023 licht afgenomen. In 2020 was sprake van de grootste afname. In dat jaar zijn er door het tijdelijk stilleggen van het bevolkingsonderzoek in verband met de COVID-19-uitbraak minder personen uitgenodigd en hebben er minder personen deelgenomen.


Bij ongeveer 1% deelnemers (voorstadium) baarmoederhalskanker vastgesteld

In 2023 hebben in totaal 352.778 personen deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Dit komt overeen met 49,7% van de totale doelgroep in dat jaar. Van de deelnemers nam 56% deel door middel van een uitstrijkje bij de huisarts en 44% door middel van een zelfafnameset. Bij 11,6% van de deelnemers werd hoog risico Humaan Papilloma Virus Infectieus organisme; veel kleiner dan de kleinste bekende bacteriën. (Infectieus organisme; veel kleiner dan de kleinste bekende bacteriën.) (hrHPV Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus (Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus)) gevonden, waarvan 15% direct werd doorverwezen naar de gynaecoloog voor diagnostisch onderzoek en 85% werd geadviseerd na 12 maanden een controleonderzoek te laten uitvoeren. Bij 2.751 personen werd na een directe verwijzing de diagnose gesteld van (een voorstadium van) baarmoederhalskanker (CIN Cervicale intra-epitheliale neoplasie (voorstadium van kanker) (Cervicale intra-epitheliale neoplasie (voorstadium van kanker)) 2+). Dit komt overeen met 0,8% van de deelnemers aan het bevolkingsonderzoek. Hiermee ligt het directe detectiecijfer lager dan voorgaande jaren bij eenzelfde peilperiode (15 maanden). De daling was zichtbaar in alle leeftijdsgroepen, behalve bij personen van 65 tot en met 69 jaar. De daling was het duidelijkst in de leeftijdsgroep van 30 tot en met 34 jaar, die hrHPV-gevaccineerde vrouwen bevat. Er zijn over 2023 nog geen cijfers bekend over het aantal gevonden (voorstadia) baarmoederhalskanker na indirecte verwijzing (dus na het controleonderzoek). 

Tabel: Resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 2023
  Aantal Percentage
Totale doelgroep 709.661  
Totaal uitgenodigd 703.994  
Deelgenomen 352.778 49,7% van totale doelgroep
  • uitstrijkje
196.952 27,8% van totale doelgroep
  • zelfafname
155.826 22,0% van totale doelgroep
hrHPV positief 40.753 11,6% van deelnemers
Verwezen voor diagnostiek 5.395 1,7% van deelnemers
Diagnose CIN 2+ 2.751 0,8% van deelnemers
  • CIN 2+: (pre-)maligniteit / (voorstadium) baarmoederhalskanker

Extra gezondheidswinst door vernieuwd bevolkingsonderzoek

In 2017 is het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vernieuwd. Dit vernieuwde bevolkingsonderzoek levert volgens modelberekeningen meer gezondheidswinst op dan het oude bevolkingsonderzoek (Naber et al., 2016 Naber, S. K., Matthijsse, S. M., Jansen, E.E.L., de Kok, I. M. C. M., de Koning, H. J., van Ballegooijen, M., Effecten en kosten van het vernieuwde bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland naar aanleiding van recente ontwikkelingen, Rotterdam (2016) (Naber, S. K., Matthijsse, S. M., Jansen, E.E.L., de Kok, I. M. C. M., de Koning, H. J., van Ballegooijen, M., Effecten en kosten van het vernieuwde bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland naar aanleiding van recente ontwikkelingen, Rotterdam (2016)) ). De modelberekeningen laten zien dat zonder screening in Nederland jaarlijks naar schatting 1.300 vrouwen met baarmoederhalskanker zouden worden gediagnosticeerd en dat jaarlijks ongeveer 500 vrouwen zouden overlijden aan baarmoederhalskanker. Het oude bevolkingsonderzoek voorkwam naar schatting 600 van die diagnoses en 290 van die sterfgevallen. Met het vernieuwde bevolkingsonderzoek zullen jaarlijks naar schatting 700 diagnoses van baarmoederhalskanker en ongeveer 325 sterfgevallen als gevolg van baarmoederhalskanker worden voorkomen. Het vernieuwde bevolkingsonderzoek zal er weliswaar voor zorgen dat er meer vrouwen (onnodig) worden verwezen naar de gynaecoloog, maar hier staat een aanzienlijke  winst in (gezonde) levensjaren tegenover.


Vaccinatiegraad HPV toegenomen

Baarmoederhalskanker is het gevolg van besmetting met het humaan papillomavirus (HPV Humaan papilloma virus (Humaan papilloma virus)-infectie). Er zijn veel verschillende HPV-virussen, maar de typen 16 en 18 zijn de meest voorkomende gevaarlijke virussen (hoogrisico-virussen; hrHPV Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus (Hoogrisico-typen Humaan Papillomavirus)). Zij veroorzaken 70% van alle gevallen van baarmoederhalskanker. HPV-vaccins zijn ontwikkeld om al op jonge leeftijd infecties met deze twee typen virussen te voorkomen. Als onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma krijgen meisjes sinds 2009 vaccinatie tegen hrHPV aangeboden, met name de hoog-risico HPV-typen 16 en 18. Sinds 2022 wordt deze aangeboden in het jaar dat ze 10 worden (primaire preventie). Sinds ditzelfde jaar wordt de vaccinatie ook aan jongens aangeboden. In maart 2024 bedroeg de vaccinatiegraad voor de HPV-vaccinatie 60,1% onder meisjes en 54,1% onder jongens. Voor meer informatie over de vaccinatiegraad, zie Vaccinaties. 


Naast vaccinatie blijft screening van belang

Naast vaccinatie blijft screening onverminderd nodig. Hiervoor zijn verschillende redenen:

  • De vaccinatie is pas in 2009 begonnen, waardoor veel vrouwen nog niet beschermd zijn.
  • De twee hoog-risico-typen van het virus (hrHPV 16 en 18) waartegen gevaccineerd wordt, veroorzaken samen ongeveer 70% van alle gevallen van baarmoederhalskanker. Vaccinatie met de huidige vaccins kan dus niet alle gevallen voorkomen. 
  • Niet alle meisje uit de doelgroep laten zich vaccineren.

  • M. Harmsen (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • H. Giesbers (RIVM)
  • C. Hendriks, red. (RIVM)
  • T.C.H. Hazekamp, red (RIVM)