Vragenlijsten om eenzaamheid te meten

De eenzaamheidsschaal is de meest bekende vragenlijst over eenzaamheid

De eenzaamheidsschaal die gebruikt is in VZinfo is de meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten. Ook buiten Nederland gebruiken onderzoekers in meer dan twintig andere landen deze eenzaamheidsschaal (van Tilburg & de Jong-Gierveld 2007 van Tilburg, T., de Jong-Gierveld, J.J., Uitwerking en definitie van het begrip eenzaamheid, Assen (2007) (van Tilburg, T., de Jong-Gierveld, J.J., Uitwerking en definitie van het begrip eenzaamheid, Assen (2007)) ).

De eenzaamheidsschaal bestaat uit 11 uitspraken over emotionele eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Voorafgaand aan de uitspraken staat de vraag: 'Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?', met de toelichting 'U kunt antwoorden met nee, min of meer, ja'. Een uitspraak voor het meten van emotionele eenzaamheid is bijvoorbeeld ‘Ik mis een echte goede vriend of vriendin’. Sociale eenzaamheid Van sociale eenzaamheid is sprake als iemand betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen zoals kennissen, collega’s, buurtgenoten of mensen met dezelfde belangstelling mist; een intieme partnerrelatie kan sociale eenzaamheid niet opheffen. (Van sociale eenzaamheid is sprake als iemand betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen zoals kennissen, collega’s, buurtgenoten of mensen met dezelfde belangstelling mist; een intieme partnerrelatie kan sociale eenzaamheid niet opheffen.) wordt gemeten met onder andere de uitspraak: ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’.

Iemand is sociaal of emotioneel eenzaam als diegene op minstens drie van de bijbehorende items ongunstig scoort. Iemand is eenzaam bij minstens drie ongunstige scores op alle items. Bij negen ongunstige scores is dat ‘(zeer) sterk eenzaam’:

Niet eenzaam: score 0-2
Eenzaam: score 3-11
Matig eenzaam: score 3-8
(Zeer) sterk eenzaam: score 9-11

De eenzaamheidsschaal is niet toepasbaar voor het stellen van een diagnose van afzonderlijke personen.

Aan scholieren is gevraagd hoe vaak zij zich in de afgelopen 12 maanden eenzaam hebben gevoeld. De antwoordcategorieën variëren van (1) ‘nooit’ tot (5) ‘altijd’. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen scholieren die zich ‘nooit’, ‘bijna nooit’ of ‘soms’ eenzaam voelen en scholieren die zich ‘meestal’ of ‘altijd’ eenzaam voelen (Boer et al. 2022 Boer, M., Dorsselaer, S., de Looze, M., de Roos, S., Brons, H., van den Eijnden, R., Monshouwer, K, Huijnk, W., ter Bogt, T., Vollebergh, W., Stevens, G., HBSC 2021 Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland, Utrecht (2022) (Boer, M., Dorsselaer, S., de Looze, M., de Roos, S., Brons, H., van den Eijnden, R., Monshouwer, K, Huijnk, W., ter Bogt, T., Vollebergh, W., Stevens, G., HBSC 2021 Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland, Utrecht (2022)) ).


Eenzaamheid jongvolwassenen

Eenzaamheid is gemeten middels een verkorte versie van de eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld, bestaande uit zes uitspraken. Gevraagd is in hoeverre de volgende uitspraken voor de jongvolwassene van toepassing waren op hoe men de laatste tijd was:

  1. Ik ervaar een leegte om me heen.
  2. Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen.
  3. Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen.
  4. Ik mis mensen om me heen.
  5. Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel.
  6. Vaak voel ik me in de steek gelaten.

Iedere uitspraak heeft de volgende drie antwoordcategorieën: ja – min of meer – nee. Op basis van deze zes uitspraken wordt een somscore berekend welke loopt van 0 (niet eenzaam) t/m 6 (sterk eenzaam). Een respondent is enigszins eenzaam bij een score van 2 t/m 4 en sterk eenzaam bij een score van 5 of 6.

Met de verkorte eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld kan ook onderscheid worden gemaakt tussen sociale en emotionele eenzaamheid.

  • Voor sociaal eenzaam kan een somscore worden berekend op basis van de bijbehorende uitspraken (2, 3 en 5) van 0 (niet sociaal eenzaam) t/m 3 (sterk sociaal eenzaam). Hierbij betekent een score van 1 of 2 enigszins sociaal eenzaam en een score van 3 sterk sociaal eenzaam.
  • Voor emotioneel eenzaam kan ook een somscore worden berekend op basis van de bijbehorende uitspraken (1, 4 en 6) van 0 (niet emotioneel eenzaam) t/m 3 (sterk emotioneel eenzaam). Hierbij betekent een score van 1 of 2 enigszins emotioneel eenzaam en een score van 3 sterk emotioneel eenzaam.

Inkomensklassen in kwintielen

Het inkomen van een persoon is uitgedrukt door het gestandaardiseerd besteedbare huishoudensinkomen. Het besteedbare huishoudensinkomen is het totaal aan loon, winst en inkomen uit vermogen, vermeerderd met uitkeringen en toelagen en verminderd met premies en belastingen. Gecorrigeerd voor omvang en samenstelling van het huishouden levert dat vervolgens het gestandaardiseerd besteedbare huishoudensinkomen. De inkomensklassen van personen zijn bepaald aan de hand van de kwintielscore van het huishouden waartoe de persoon (respondent) behoort op basis van het gestandaardiseerd besteedbare huishoudensinkomen. De kwintielscore volgt uit een rangschikking naar oplopend inkomen van alle huishoudens in Nederland met een bekend inkomen, waarna vijf groepen huishoudens van gelijke omvang worden gevormd.

  • De laagste inkomensklasse wordt gevormd door personen met een inkomen van maximaal het 20%-percentiel (het eerste kwintiel).
  • De laag midden inkomensklasse wordt gevormd door personen met een inkomen tussen het 20%-percentiel en het 40%-percentiel (het tweede kwintiel).
  • De midden inkomensklasse wordt gevormd door personen met een inkomen tussen het 40%-percentiel en het 60%-percentiel (het derde kwintiel).
  • De hoog midden inkomensklasse wordt gevormd door personen met een inkomen tussen het 60%-percentiel en het 80%-percentiel (het vierde kwintiel).
  • De hoogste inkomensklasse wordt gevormd door personen met een inkomen van minimaal het 80%-percentiel (het vijfde kwintiel).