Definitie van angststoornissen
Wanneer heftige angstklachten optreden zonder een reële bedreiging is er mogelijk sprake van een angststoornis. Een angststoornis onderscheidt zich van normale gevoelens van angst of vrees als de angst geen reële grond heeft en iemand er sociale problemen door ondervindt. De symptomen zijn in beide gevallen hetzelfde: hartkloppingen, een droge mond, een beklemd gevoel, nerveuze spanning, prikkelbaarheid, rusteloosheid, verhoogde spierspanning of slaap- en concentratieproblemen.
Onderverdeling angststoornissen meestal volgens DSM-5
De onderverdeling van angststoornissen wordt meestal weergegeven volgens de DSM (Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association.)-5. Deze indeling loopt in grote lijnen parallel aan de indeling in de ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision).
Tabel: Onderverdeling angststoornissen volgens DSM-5
Type angststoornis | DSM-5 code |
---|---|
Separatieangststoornis | 309.21 |
Selectief mutisme | 313.23 |
Paniekstoornis | 300.01 |
Agorafobie | 300.22 |
Specifieke fobie | 300.29 |
Sociale fobie | 300.23 |
Gegeneraliseerde angststoornis | 300.02 |
Angststoornis door een somatische aandoening | 293.84 |
Andere gespecificeerde angststoornis | 300.09 |
Ongespecificeerde angststoornis | 300.01 |
Verandering in classificatiesysteem voor psychische stoornissen
Vanaf januari 2017 is de DSM-5 in gebruik genomen als handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. De cijfers die op VZinfo worden gepresenteerd over angststoornissen zijn gebaseerd op de criteria van de DSM-5. Tot 2023 werden de cijfers over angststoornissen op VZinfo gebaseerd op onderzoek op basis van DSM-IV-stoornissen.
Er zijn een aantal verschillen tussen de criteria van angststoornissen in de DSM-5 en die in de DSM-IV. Agorafobie is bijvoorbeeld niet meer alleen een specificatie bij paniekstoornissen, maar kan als zelfstandige diagnose gesteld worden. In de DSM-IV werd onderscheid gemaakt tussen een paniekstoornis met of zonder agorafobie en agorafobie zonder paniekstoornis.