Bof is een besmettelijke virusinfectie

Het bofvirus verspreidt zich door hoesten, via druppeltjes uit neus- en keelholte. Het virus (een RNA Ribo nucleic acid (Ribonucleïnezuur) (Ribo nucleic acid (Ribonucleïnezuur))-virus) gaat zo gemakkelijk over van de ene op de andere persoon, dat elk ziektegeval in een volledige vatbare populatie kan leiden tot 4-7 nieuwe besmettingen. Vanaf 1 tot 2 dagen voor de zwelling van de wang(en) tot ongeveer 5 dagen na het begin van de zwelling is een patiënt besmettelijk. De incubatietijd is 12 tot 25 dagen. Een derde van de geïnfecteerde kinderen en volwassenen merkt niets van de ziekte, maar kan wel anderen besmetten. Gevaccineerde personen met bof hebben nog veel vaker (twee derde) geen klachten. Bof heeft in de meeste gevallen een mild verloop.


Aantal meldingen van bof

Sla de grafiek Aantal meldingen van bof 1976-2022 over en ga naar de datatabel

Bron: Pluijmaekers & de Melker, 2022 Pluijmaekers, A.J.M., de Melker, H.E., The National Immunisation Programme in the Netherlands. Surveillance and developments in 2021-2022, Bilthoven (2022) (Pluijmaekers, A.J.M., de Melker, H.E., The National Immunisation Programme in the Netherlands. Surveillance and developments in 2021-2022, Bilthoven (2022)) ; Osiris

  • Tussen 1999 en december 2008 was er geen wettelijke meldingsplicht voor bof
  • 2022 zijn voorlopige cijfers

Sinds de COVID-19 pandemie, nauwelijks bof in Nederland

Voor de introductie van bofvaccinatie in 1987 lag het aantal gemelde bofvirus-infecties op 300-1.500 per jaar. Meestal betrof het kinderen tussen 1 en 9 jaar. Na de introductie daalde het aantal ziektegevallen door bof tot onder de 50 per jaar. De daling geldt ook voor het aantal ziekenhuisopnamen. Vooral vanwege bofmeningitis werden voor 1987 enkele honderden kinderen per jaar opgenomen in een ziekenhuis. Het aantal ziekenhuisopnamen daalde tot minder dan 5 per jaar na invoering van vaccinatie. Niet-gevaccineerden lopen extra risico bij een eventuele uitbraak van bof. Tussen 2007 en 2009 was er een toename van het aantal bofgevallen in Nederland (Wielders et al., 2011 Wielders, C.C.H., van Binnendijk, R.S., Snijders, B.E., Tipples, G.A., Cremer, J., Fanoy, E., Dolman, S., Struijs, J., Boot, H.J., de Melker, H.E., Hahné, S.J.M., Mumps epidemic in orthodox religious low-vaccination communities in the Netherlands and Canada, 2007 to 2009 (2011) (Wielders, C.C.H., van Binnendijk, R.S., Snijders, B.E., Tipples, G.A., Cremer, J., Fanoy, E., Dolman, S., Struijs, J., Boot, H.J., de Melker, H.E., Hahné, S.J.M., Mumps epidemic in orthodox religious low-vaccination communities in the Netherlands and Canada, 2007 to 2009 (2011)) ). Het betrof voornamelijk ongevaccineerde personen in regio's met een lage vaccinatiegraad.

Tussen 2009 en 2013 was er een toename van bof in Nederland, voornamelijk bij studenten bij wie ongeveer tweederde tweemaal gevaccineerd was. De verspreiding van bof onder studenten is waarschijnlijk veroorzaakt door de intensieve contacten die studenten onderling hebben en een afnemende werking van het vaccin over de tijd (Sane et al., 2014 Sane, J, Gouma, S, Hahné, S.J.M., Swaan, C, van Binnendijk, R.S., Koopmans, M. P. G., de Melker, H.E., Epidemic of Mumps among Vaccinated Persons, the Netherlands, 2009–2012 (2014) (Sane, J, Gouma, S, Hahné, S.J.M., Swaan, C, van Binnendijk, R.S., Koopmans, M. P. G., de Melker, H.E., Epidemic of Mumps among Vaccinated Persons, the Netherlands, 2009–2012 (2014)) ). Tweemaal gevaccineerde patiënten rapporteren minder complicaties dan ongevaccineerde patiënten en vereisen ook minder vaak een opname in het ziekenhuis (Sane et al., 2014 Sane, J, Gouma, S, Hahné, S.J.M., Swaan, C, van Binnendijk, R.S., Koopmans, M. P. G., de Melker, H.E., Epidemic of Mumps among Vaccinated Persons, the Netherlands, 2009–2012 (2014) (Sane, J, Gouma, S, Hahné, S.J.M., Swaan, C, van Binnendijk, R.S., Koopmans, M. P. G., de Melker, H.E., Epidemic of Mumps among Vaccinated Persons, the Netherlands, 2009–2012 (2014)) ).

Vanaf 2014 t/m 2020 werden er jaarlijks onder de 100 meldingen van bof gerapporteerd, behalve in 2019 toen er sprake was van verschillende introducties van bof leidend tot meerdere clusters van in totaal 131 meldingen van bof. Deze clusters konden ontstaan door omstandigheden met nauwe contacten, zoals een feestje, middelbare school of voetbalwedstrijd. 

Bof tijdens coronapandemie

In 2020 werd vanaf april een scherpe daling van het aantal bofpatiënten waargenomen, mogelijk veroorzaakt door de maatregelen om verspreiding van het coronavirus te beperken. In 2021 werd er slechts één geval van bof gemeld en in 2022 werden er 7 gevallen van bof gemeld.


Aantal sterfgevallen door bof

Sla de grafiek Aantal sterfgevallen door bof 1950-2021 over en ga naar de datatabel
  • 2021 zijn voorlopige cijfers
  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes B36.0-B36.3, B36.8, B36.9 (WHO-classificaties)
  • De sterftecijfers vanaf 2013 zijn minder goed vergelijkbaar met eerdere jaren, omdat het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) is overgestapt van handmatig naar automatisch coderen (zie Verantwoording)

Tussen 1988-2021 vier sterfgevallen door bof geregistreerd

Voor de introductie van bofvaccinatie in 1987 schommelde het aantal sterfgevallen tussen nul en negen per jaar. In de periode 1988-2021 zijn vier sterfgevallen door bof geregistreerd; één in 1988, twee in 2002 en één in 2005.


  • T. Woudenberg (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • H. Giesbers, red. (RIVM)