Schizofrenie
In Nederland vindt de classificatie van psychische stoornissen meestal plaats met behulp van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders-5 (American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force. 2014 (American Psychiatric Association. DSM-5 Task Force., Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. Nederlandse vertaling van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 5th Edition (DSM-5), Amsterdam (2014)) ). Deze stelt dat er sprake is van schizofrenie wanneer aan alle van de volgende criteria (A t/m F) is voldaan:
Criteria ter classificatie schizofrenie
A | Minstens twee van de volgende kenmerken gedurende één maand (waarvan minstens één 1, 2 of 3 moet zijn): |
---|---|
1. Wanen | |
2. Hallucinaties | |
3. Gedesorganiseerd spreken | |
4. Ernstig gedesorganiseerd gedrag of katatonie (Cluster van bizarre motorische verschijnselen zoals niet of nauwelijks praten, wasachtige buigzaamheid en gebrek aan bewustzijn en cognitieve functies.) | |
5. Negatieve symptomen, bijvoorbeeld initiatiefverlies of afgevlakte emotie | |
B | Verminderd functioneren op één of meer belangrijke levensgebieden zoals op werk of in interpersoonlijke relaties |
C | Symptomen zijn minstens zes maanden ononderbroken aanwezig (m.u.v. de symptomen uit criterium A die minstens één maand aanwezig moeten zijn) |
D | Uitsluitsel van andere stoornissen met psychotische kenmerken |
E | De stoornis wordt niet veroorzaakt door fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening |
F | Bij een voorgeschiedenis van een autismespectrumstoornis of communicatiestoornis welke oorsprong had in de kindertijd, wordt schizofrenie alleen geclassificeerd als er sprake is van prominente wanen of hallucinaties |
Bij schizofrenie is er dus geen sprake van een “gespleten persoonlijkheid” of “meerdere persoonlijkheden”.
Schizofrenie versus psychotische stoornis
Er is veel discussie over de term ‘schizofrenie’. Het idee leeft dat de term onvoldoende passend is en het wenselijker is te spreken van ‘psychotische stoornissen’. Psychotische stoornissen worden allen gekenmerkt door psychose: een veranderde beleving van de werkelijkheid die waarnemen, denken en emoties beïnvloedt. Naast schizofrenie, behoren de waanstoornis, schizofreniforme stoornis, schizoaffectieve stoornis, kortdurende psychotische stoornis en psychotische stoornis niet anderszins omschreven (NAO) tot het cluster van psychotische stoornissen. Psychotische symptomen kunnen zich ook voordoen bij andere psychische aandoeningen, waaronder bipolaire stoornis, depressieve stoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis en bij overmatig alcohol- of drugsgebruik. Ook in de algemene bevolking komen psychotische symptomen voor. Ongeveer 8% van de volwassen algemene bevolking heeft weleens psychotische ervaringen gehad, zoals wanen of hallucinaties. 4% van deze mensen lijdt in zulke mate aan deze symptomen dat ze hulp behoeven. 2-3% voldoet ooit in het leven aan de criteria voor een psychotische stoornis (Veling et al. 2017 (Veling, W., Bak, M., Boonstra, N., Castelein, S., Gaag, M., Gijsman, H., van Gool, R., Kleiwegt, H., Lansen, M., de Pater, M., Pijnenborg, M., Rosema, B. S., Sommer, I., van Weeghel, J., van Veelen, N., Zorgstandaard Psychose, Utrecht (2017)) ).
Voor VZinfo.nl is gekozen toch de term ‘schizofrenie’ te gebruiken, omdat deze term wordt gehanteerd in de bronnen waarop het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zich baseert, zoals in de huisartsenregistraties en literatuur.
Verandering in classificatiesysteem voor psychische stoornissen
In 2013 is het nieuwe handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM (Diagnostic and statistical manual of mental disorders. Classificatie voor psychische stoornissen. De DSM is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van de American Psychiatric Association.)-5) uitgegeven en is een overgang in gang gezet naar het werken met dit classificatiesysteem. Vanaf januari 2017 is de DSM-5 het nieuwe uitgangspunt bij de beoordeling of er sprake is van een psychische stoornis. Vóór de uitgave van de DSM-5 en in de overgangsfase is nog veelal gebruik gemaakt van het oude handboek, de DSM-IV. Om deze reden is veel onderzoek naar psychische stoornissen nog gebaseerd op DSM-IV. Dit geldt ook voor schizofrenie.
Voor schizofrenie geldt dat in de praktijk het verschil tussen gebruik van DSM-IV en DSM-5 voor de classificatie van psychotische stoornissen nihil is. Uit een Nederlands onderzoek bleek bijvoorbeeld dat van de 5.233 patiënten die voldeden aan de DSM-IV criteria voor schizofrenie, er slechts één niet voldeed aan de DSM-5 criteria (Mattila et al. 2015 (Mattila, T., Koeter, M., Wohlfarth, T., Storosum, J., van den Brink, W., de Haan, L., Derks, E., Leufkens, H., Denys, D., Impact of DSM-5 Changes on the Diagnosis and Acute Treatment of Schizophrenia (2015)) ).