280 ziekenhuisopnamen voor reumatoïde artritis in 2020

In 2020 waren er 280 klinische ziekenhuisopnamen voor reumatoïde artritis. Vrouwen worden vaker opgenomen dan mannen. Het totale aantal klinische ziekenhuisopnamen had betrekking op 1.760 opnamedagen, waarmee de gemiddelde opnameduur 6,3 dagen bedroeg. Het aantal opnamen kan groter zijn dan het aantal opgenomen personen, omdat een persoon meerdere keren per jaar opgenomen kan zijn.
In 2020 vonden bijna 13.000 dagopnamen plaats voor reumatoïde artritis. Het aantal dagopnamen was bijna drie keer groter voor vrouwen dan voor mannen.

Tabel: ziekenhuisopnamen voor reumatoïde artritis 2020
  Mannen Vrouwen Totaal
Aantal klinische opnamen Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. (Een klinische opname betreft een verblijf op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen worden geregistreerd. ) 100 180 280
Aantal verpleegdagen 675 1.085 1.760
Gemiddelde opnameduur (dagen) 6,8 6,1 6,3
Aantal dagopnamen 3.260 9.380 12.640
Aantal observaties Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een systematische controle van de conditie van de patiënt op bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur. (Een observatie is een 'langdurige observatie zonder overnachting'. Dit is een niet geplande vorm van verpleging van minimaal vier aaneengesloten uren, zonder overnachting, op een voor verpleging ingerichte afdeling, met als doel observatie van de patiënt. Een observatie omvat ten minste een systematische controle van de conditie van de patiënt op bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur. ) 0 5 5
Totaal  aantal opnamen 3.360 9.560 12.920

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Statline in juli 2022)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: M05-M06, M08.0
  • Het aantal opnamen, verpleegdagen en observaties is afgerond op vijftallen.
  • Cijfers zijn voorlopig
  • In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Ziekenhuisopnamen voor reumatoïde artritis

Sla de grafiek Ziekenhuisopnamen voor reumatoïde artritis 2020 over en ga naar de datatabel

Bron: Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (gedownload van CBS StatLine De elektronische databank van het CBS. Bevat statistische informatie over vele maatschappelijke en economische onderwerpen in de vorm van tabellen en grafieken. (De elektronische databank van het CBS. Bevat statistische informatie over vele maatschappelijke en economische onderwerpen in de vorm van tabellen en grafieken.) in juli 2022)

  • ICD-10 International Classification of Diseases, tenth revision (International Classification of Diseases, tenth revision)-codes: M05-M06, M08.0
  • Cijfers zijn voorlopig
  • Het absolute aantal ziekenhuisopnamen is zichtbaar in de tabelweergave.
  • In 2020 is een algehele afname te zien in het aantal ziekenhuisopnamen in vergelijking met 2019. Deze afname houdt verband met de COVID-19-uitbraak in 2020 (CBS, 2022).
  • Achterliggende cijfers op CBS StatLine

Aantal opnamen reumatoïde artritis neemt toe met leeftijd

In 2020 waren er 280 klinische ziekenhuisopnamen voor artrose in Nederland (mannen: 100 en vrouwen: 180). Dit aantal komt overeen met 0,2 opnamen per 10.000 personen (0,1 per 10.000 mannen en 0,2 per 10.000 vrouwen). Het aantal opnamen neemt toe met de leeftijd.


  • A.M. Gommer (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • C. Hendriks, red. (RIVM)