Inleiding
Huisartsenregistraties versus ziektespecifieke bronnen
Voor een selectie van ziekten presenteert VZinfo.nl onder meer gegevens over de morbiditeit (ziekte) en mortaliteit (sterfte). De gegevens over sterfte zijn afkomstig van de CBS Doodsoorzakenstatistiek. De gegevens over morbiditeit betreffen nieuwe gevallen en het aantal mensen dat een ziekte heeft (prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.)). Deze gegevens zijn afkomstig uit diverse registraties en onderzoeken.
Ziektespecifieke bronnen hebben de voorkeur
Voor het schatten van morbiditeit gebruikt VZinfo bij voorkeur cijfers afkomstig van ziektespecifieke bronnen en registraties. Zo komen cijfers over kanker uit de Nederlandse Kanker Registratie (Nederlandse Kankerregistratie) van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland )) en cijfers over letsel door ongevallen uit het Letsel Informatie Systeem (Letsel Informatie Systeem) van VeiligheidNL. Voor veel ziekten is er echter geen specifieke registratie aanwezig en wordt - waar mogelijk - een schatting gemaakt op basis van cijfers uit de huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Voor ongeveer dertig ziekten en aandoeningen, zoals diabetes, beroerte en COPD (Chronic obstructive pulmonary disease (Chronische obstructieve longziekten)), is de door VZinfo gepresenteerde morbiditeit geschat met gegevens van deze huisartsenregistratie.
Mogelijk lagere aantallen in 2020 en 2021 door COVID-19
In de jaren 2020 en 2021 zijn de cijfers over door huisartsen geregistreerde klachten en aandoeningen beïnvloed door de COVID-19-uitbraak en de daarvoor genomen landelijke maatregelen. Ook zijn de jaarcijfers mogelijk beïnvloed door de uitgestelde zorg in ziekenhuizen. In 2020 is het aantal nieuw geregistreerde gevallen en/of de prevalentie van een groot aantal klachten en aandoeningen afgenomen ten opzichte van het jaar 2019. Het is niet te achterhalen of deze klachten en aandoeningen daadwerkelijk minder voorkwamen in 2020 of dat de huisartsenpraktijk minder voor deze klachten werd bezocht (Nielen et al., 2021 (Nielen, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, Urbanus, de Leeuw, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2020 en trendcijfers 2016-2020, Utrecht (2021)) ). Het totaal aantal ziekteregistraties lag in 2021, na een daling in 2020, weer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit wijst erop dat de COVID-19-uitbraak minder invloed heeft gehad op de cijfers van 2021 (Heins et al., 2022 (Heins, M., Weesie, Davids, Winckers, M., Korteweg, de Leeuw, Urbanus, van Dijk, Korevaar, J., Hasselaar, J., Hek, K., Zorg door de huisarts. Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn: jaarcijfers 2021 en trendcijfers 2017-2021, Utrecht (2022)) ).
Schattingen morbiditeit
Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn gebruikt voor schattingen morbiditeit
VZinfo.nl maakt voor het schatten van morbiditeit gebruik van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. Bijna alle hieraan deelnemende huisartsen houden een digitaal patiënteninformatiesysteem bij. Hierin staan gegevens over gezondheidsproblemen, contacten, voorgeschreven geneesmiddelen en uitslagen van diagnostische tests. Nivel Zorgregistraties gebruikt deze gegevens voor onderzoek. Op basis van de geregistreerde gegevens wordt het aantal nieuwe gevallen en/of de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) van ziekten en aandoeningen geschat.
Om te corrigeren voor eventuele verschillen tussen de steekproef van Nivel Zorgregistraties (circa10%) en de (gehele) Nederlandse bevolking zijn de gegevens over zorggebruik, gezondheidsproblemen, voorgeschreven medicatie en verwijzingen naar de tweede lijn gestandaardiseerd naar de samenstelling van de Nederlandse bevolking op leeftijd, geslacht en stedelijkheid. Hierbij is stedelijkheid gedefinieerd als niet/weinig stedelijk, matig stedelijk, (zeer) sterk stedelijk. De omgevingsadressendichtheid van deze categorieën is hierbij respectievelijk minder dan 1.000, 1.000-1.500, of meer dan 1.500 adressen per km2. Stedelijkheidscijfers zijn sinds 2021 gebaseerd op de vier cijfers van de postcode van de persoon (vóór 2021 op de vier cijfers van de postcode van de huisartspraktijk) en de indeling is afkomstig van CBS Statline.
Prevalentieschattingen betreffen doorgaans de jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.): het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar. Voor de volgende ziekten/aandoeningen is (ook) de zorgprevalentie geschat:
- Aangeboren afwijkingen van het hartvaatstelsel
- Astma
- Constitutioneel eczeem
- Epilepsie
- Osteoporose
Volgens de algemeen gehanteerde methode waarmee morbiditeit wordt geschat, zijn dit chronische aandoeningen. De jaarprevalentie komt voor chronische aandoeningen overeen met alle personen waarbij in het verleden de diagnose is gesteld. Voor bovenstaande aandoeningen geeft de jaarprevalentie eigenlijk geen goed beeld van de morbiditeit, omdat hiermee ook personen die al langere tijd geen zorg hebben ontvangen voor de aandoening, als patiënt worden aangemerkt. Voor deze aandoeningen is er voor gekozen de zorgprevalentie te gebruiken als maat voor de morbiditeit. De zorgprevalentie betreft het aantal personen met een aandoening die hiervoor zorg hebben gehad van de huisarts of waarvan de huisarts wist dat de patiënt zorg ontving in de tweede lijn.
(deze studie is goedgekeurd volgens de governance code van Nivel Zorgregistraties, onder nummer NZR-00318.023)
Van zorgepisode naar ziekte-episode
Huisartsenregistraties zijn een belangrijke informatiebron voor het berekenen van morbiditeitscijfers (het aantal nieuwe gevallen en de prevalentie van klachten, ziekten en/of aandoeningen). Huisartsen registreren aandoeningen van patiënten in toenemende mate in zogenaamde zorgepisodes. Een zorgepisode is gedefinieerd als de periode tussen het eerste en laatste moment dat de patiënt voor een bepaald gezondheidsprobleem geneeskundige hulp vraagt. Een zorgepisode omvat naast contacten ook bijvoorbeeld verrichtingen en medicamenteuze behandelingen voor het betreffende probleem. Voor valide morbiditeitscijfers is alleen het gebruik van zorgepisodes niet toereikend. De registratie van zorgepisodes in het Huisarts Informatie Systeem (HIS) is namelijk niet altijd volledig en/of juist. Daarbij is het einde van een zorgepisode vaak niet het moment dat de gezondheidsklacht ook daadwerkelijk over is en hierdoor wordt de ziekteduur vaak onderschat. Daarom is besloten om de door de huisarts geregistreerde zorgepisodes te bewerken tot een zogenaamde ziekte-episode (De periode tussen het moment dat de diagnose wordt gesteld en het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden.). Deze ziekte-episode loopt van de diagnosedatum tot de geschatte datum van herstel. De geconstrueerde ziekte-episodes worden gebruikt om morbiditeitscijfers (aantal nieuwe gevallen en prevalentie van een ziekte) te berekenen voor onder andere VZinfo.nl.
Morbiditeit en opleiding
Morbiditeit en opleiding
Voor een aantal ziekten is de prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) afgezet tegen het opleidingsniveau. Hiervoor zijn de gegevens van de huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties bij het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) gekoppeld aan informatie over de hoogst genoten opleiding. Conform de definities van het CBS is opleidingsniveau ingedeeld in laag, midden en hoog. De registratie van opleiding is echter niet volledig. Met name is de opleiding van ouderen vaak niet digitaal vastgelegd, waardoor deze ontbreekt. In de onderzochte periode 2011-2018 was in de groep 25-54 jaar oud bij zo’n 30-40% van de mensen het opleidingsniveau onbekend.
Overzicht huisartsencijfers VZinfo
Huisartsenregistraties gebruikt voor het schatten van morbiditeit
Op VZinfo.nl zijn schattingen van morbiditeit (prevalentie (Het aantal gevallen of personen met een bepaalde ziekte op een bepaald moment (punt-prevalentie), ooit in het leven (lifetime prevalentie) of in een bepaalde periode, bijvoorbeeld per jaar (periode-prevalentie), absoluut of relatief.) en/of aantal nieuwe gevallen) te vinden op basis van de huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn. De onderwerpen waar deze schattingen van morbiditeit zijn uitgewerkt staan op alfabetische volgorde in de tabel.
Tabel: Morbiditeit op basis van huisartsenregistratie
- M.J.J.C. Poos (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- A.M. Gommer (RIVM)
- M.M.J. Nielen (NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))