Aanleg is de belangrijkste risicofactor voor constitutioneel eczeem
De belangrijkste risicofactor voor het krijgen van constitutioneel eczeem is een atopische aanleg. Iemand heeft meer kans op een atopische aanleg, wanneer er bij een of beide ouders sprake is van astma, hooikoorts, constitutioneel eczeem of een combinatie van deze atopische ziekten. Bij veel patiënten die vóór het vierde levensjaar eczeemklachten krijgen, is tegelijkertijd sprake van sensibilisatie of een allergie voor voedselallergenen en later ook voor luchtwegallergenen (Wang et al. 2004 (Wang, I, Lin, Y, Yang, Y., Chen, C, Tsai, Y, Chiang, B, Hwang, K, Correlation between age and allergens in pediatric atopic dermatitis (2004)) ). Het gaat hierbij om voedselallergenen zoals dierlijk eiwit (koemelk, kip, eieren) en pinda-eiwit, en om allergenen die een rol spelen bij allergische aandoeningen aan de luchtwegen (astma en hooikoorts), zoals huisstofmijt, graspollen, boompollen en dierlijke huidschilfers.
Door genetische afwijkingen reageren patiënten mogelijk sterker op stoffen uit de omgeving
De veronderstelling is dat er bij patiënten met constitutioneel eczeem sprake is van genetische afwijkingen van zowel de huidbarrière als de ontstekingsreactie, waardoor zij sterker reageren op stoffen uit de omgeving en dus eczeemklachten kunnen krijgen. Bij 20-50% van de patiënten met constitutioneel eczeem heeft men onder andere een mutatie aangetroffen in het gen dat codeert voor een eiwit dat van belang is bij de opbouw van de huidbarrière (het filaggrine gen) (Palmer et al. 2006 (Palmer, C.N.A., Irvine, AD., Terron-Kwiatkowski, A, Zhao, Y., Liao, H, Lee, SP., Goudie, DR., Sandilands, A, Campbell, LE., Smith, FJ. D., O'Regan, GM., Watson, RM., Cecil, JE., Bale, SJ., Compton, JG., DiGiovanna, JJ., Fleckman, P, Lewis-Jones, S., Arseculeratne, G, Sergeant, A, Munro, CS., Houate, BEl, McElreavey, K, Halkjaer, LB., Bisgaard, H, Mukhopadhyay, S, McLean, WH Irwin, Common loss-of-function variants of the epidermal barrier protein filaggrin are a major predisposing factor for atopic dermatitis (2006)) ; McLean & Irvine 2012 (McLean, WIrwin, Irvine, AD., Heritable filaggrin disorders: the paradigm of atopic dermatitis (2012)) ). Hierdoor zouden er gemakkelijker stoffen uit de omgeving (zoals water en zeep) en bacteriën de huid binnendringen.
Allergenen beïnvloeden het ontstaan en verergeren van eczeem waarschijnlijk niet
Allergene stoffen spelen waarschijnlijk geen rol bij het ontstaan en verergeren van constitutioneel eczeem. Er is nog onduidelijkheid over de verklaring van de bevinding dat constitutioneel eczeem minder vaak lijkt voor te komen bij kinderen die (uitsluitend) borstvoeding krijgen (Buchner et al. 2007 (Buchner, F.L., Hoekstra, J., van Rossum, C.T.M., Health gain and economic evaluation of breastfeeding policies: Model simulation, Bilthoven (2007)) ). Eén van de mogelijke verklaringen is dat er bij deze kinderen sprake is van een kleinere kans op eczeem dankzij gunstige effecten van borstvoeding op de darmflora en het immuunsysteem van zuigelingen.
Enkele omgevingsfactoren lijken de ernst van het constitutioneel eczeem te beïnvloeden
Hoewel onduidelijk is of en welke omgevingsfactoren (anders dan allergenen) een rol spelen bij het ontstaan van constitutioneel eczeem, zijn er wel aanwijzingen dat enkele factoren een bestaand eczeem verergeren. Voorbeelden van dergelijke factoren zijn warmte en zweten, irritatie door textiel, ziek zijn, stress en mogelijk ook de lagere luchtvochtigheid in verwarmde ruimtes (CBO & NVvDV 2006 (CBO, NVvDV, Richtlijn Constitutioneel eczeem van het CBO en Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, Utrecht (2006)) ).
Constitutioneel eczeem heeft grote invloed op welbevinden patiënt
Constitutioneel eczeem heeft een relatief grote invloed op het welbevinden van de patiënt in vergelijking met veertien andere huidziekten. Dit blijkt uit onderzoek waarbij patiënten door het invullen van een ziektespecifieke vragenlijst hun kwaliteit van leven een score geven (de Dermatology Life Quality Index) (Hutchings et al. 2001 (Hutchings, C. V., Shum, K. W., Gawkrodger, D. J., Occupational contact dermatitis has an appreciable impact on quality of life. (2001)) ). Door hun klachten kunnen patiënten beperkt zijn in het uitvoeren van hun dagelijkse bezigheden en problemen ondervinden bij het aangaan van sociale contacten en tijdens hun vrijetijdsbesteding. Voor het verbeteren van de kwaliteit van leven is het dan ook van belang om naast de behandeling met medicijnen ook hulp te bieden bij het leren omgaan met de ziekte (Coenraads et al. 2006 (Coenraads, P, van Coevorden, A. M., van Sonderen, E., Bouma, J., Assessment of severity of hand eczema: discrepancies between patient- and physician-rated scores. (2006)) ; CBO & NVvDV 2006 (CBO, NVvDV, Richtlijn Constitutioneel eczeem van het CBO en Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, Utrecht (2006)) ).
Bij helft van de patiënten ook allergie voor dierlijk eiwit
Bij ongeveer de helft van de patiënten bij wie het constitutioneel eczeem zich openbaart tijdens de eerste vier levensjaren, is er ook sprake van een allergie voor dierlijk eiwit (in koemelk, kip en eieren) en voor eiwitten in pinda. Bij een groot deel van de patiënten verdwijnt de voedselallergie op jonge leeftijd. Tussen de twee en vier jaar begint geleidelijk de overgevoeligheid voor luchtallergenen toe te nemen (Aarden et al. 1994 (Aarden, J. M., Mulder, P. G. H., Oranje, A. P., Vijfjaars na-onderzoek bij kindereczeem (1994)) ).
C.A.F.M. Bruijnzeel-Koomen (UMCU)