Biologische en leefstijlfactoren beïnvloeden kans op borstkanker
Er is een aantal biologische en leefstijlfactoren bekend die het risico op borstkanker kunnen verhogen. De verschillende risicofactoren worden hieronder beschreven (Sun et al., 2017 (Sun, Y, Zhao, Z., Yang, Z., Xu, F, Lu, H, Zhu, Z, Shi, W, Jiang, J, Yao, P, Zhu, H, Risk Factors and Preventions of Breast Cancer. (2017)) ).
Biologische factoren
- Leeftijd: Het risico op het ontwikkelen van borstkanker neemt toe met de leeftijd.
- Familiegeschiedenis: Bijna een kwart van alle gevallen van borstkanker kan verklaard worden door de familiegeschiedenis. Vrouwen met een eerstegraads familielid met borstkanker lopen bijna twee keer zoveel risico om borstkanker te ontwikkelen, vergeleken met vrouwen zonder eerstegraads familieleden met borstkanker.
- Genmutaties: Een vrouw met een erfelijke BRCA1 of BRCA2 mutatie heeft een sterk verhoogd risico om in haar leven borstkanker te krijgen.
- Reproductieve factoren: Factoren zoals vroege menstruatie, late menopauze, late leeftijd bij de eerste zwangerschap en een klein aantal bevallingen kunnen het risico op borstkanker verhogen. Het niet of slechts kort geven van borstvoeding verhoogt ook het risico op borstkanker (Fortner et al., 2019 (Fortner, RT., Sisti, J, Chai, B, Collins, LC., Rosner, B, Hankinson, SE., Tamimi, RM., Eliassen, HA., Parity, breastfeeding, and breast cancer risk by hormone receptor status and molecular phenotype: results from the Nurses' Health Studies. (2019)) ; Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer, 2002 (Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer, Breast cancer and breastfeeding: collaborative reanalysis of individual data from 47 epidemiological studies in 30 countries, including 50302 women with breast cancer and 96973 women without the disease. (2002)) )
- Oestrogeen en progestageen: Hormonale substitutietherapie (voor behandeling van overgangsklachten) verhoogt het risico op het ontwikkelen van borstkanker. Dit komt door de verhoogde concentratie van exogene oestrogenen en progestagenen in het bloed. Vrouwen die hormonale substitutietherapie ondergaan, lopen ruim anderhalf keer meer risico op het ontwikkelen van borstkanker vergeleken met vrouwen die deze therapie niet ondergaan. Dit risico neemt verder toe bij langdurig gebruik, tot een verdubbeling bij gebruik langer dan 5 jaar (Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer, 2019 (Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer, Type and timing of menopausal hormone therapy and breast cancer risk: individual participant meta-analysis of the worldwide epidemiological evidence (2019)) ). In mindere mate verhoogt ook het gebruik van orale anticonceptiva het risico op borstkanker vanwege de concentraties oestrogeen en progestageen (progesteron) die zij bevatten (Mørch et al., 2017 (Mørch, LS., Skovlund, CW., Hannaford, PC., Iversen, L, Fielding, S, Lidegaard, Ø, Contemporary Hormonal Contraception and the Risk of Breast Cancer. (2017)) ).
- Dicht borstklierweefsel: Borstweefsel bestaat uit vetweefsel en melkklieren. Als een vrouw in verhouding meer melkklieren heeft en minder vetweefsel is er sprake van dicht borstklierweefsel. Vrouwen met zeer dicht borstklierweefsel hebben een hoger risico op het ontwikkelen van borstkanker (Rice et al., 2016 (Rice, MS., Bertrand, KA., VanderWeele, TJ., Rosner, BA., Liao, X, Adami, H, Tamimi, RM., Mammographic density and breast cancer risk: a mediation analysis. (2016)) ). Het onderliggende mechanisme dat verklaart hoe dicht borstklierweefsel kan leiden tot borstkanker is echter nog onbekend (Nazari & Mukherjee, 2018 (Nazari, SShaghayeq, Mukherjee, P, An overview of mammographic density and its association with breast cancer. (2018)) ).
Leefstijl
- Alcoholgebruik: Het nuttigen van drie of meer glazen alcohol per dag kan het risico op borstkanker met ongeveer een derde verhogen.
- Overgewicht (Er is sprake van overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 25 kg/m2 ): Als er sprake is van overgewicht of obesitas (Er is sprake van obesitas of ernstig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) ≥ 30 kg/m2. ) na de menopauze, neemt het risico op het ontwikkelen van borstkanker toe (Picon-Ruiz et al., 2017 (Picon-Ruiz, M, Morata-Tarifa, C, Valle-Goffin, JJ., Friedman, ER., Slingerland, JM., Obesity and adverse breast cancer risk and outcome: Mechanistic insights and strategies for intervention. (2017)) ).
Deel van overlevers heeft last van blijvende gevolgen
Overlevers van borstkanker hebben doorgaans een goede kwaliteit van leven. Een deel van hen heeft wel te maken met blijvende gevolgen van borstkanker en de behandeling daarvan (Hsu et al., 2013 (Hsu, T, Ennis, M, Hood, N, Graham, M, Goodwin, P.J., Quality of life in long-term breast cancer survivors. (2013)) ). De kans op blijvende gevolgen en de mate waarin klachten optreden hangt nauw samen met de uitgebreidheid van de behandeling (uitsluitend operatie of ook bestraling en/of systeemtherapie. Systeemtherapie behandelt het hele lijf en kan bestaan uit chemotherapie, anti-hormonale therapie of immunotherapie. De gevolgen van (de behandeling van) borstkanker kunnen zowel lichamelijk, emotioneel als sociaal van aard zijn.
Emotionele en sociale gevolgen
De emotionele en sociale gevolgen van de diagnose en behandeling van borstkanker zijn onder andere (de Ligt et al., 2019 (de Ligt, K. M., Verloop, J., Ezendam, N. P. M., Smorenburg, C. H., Korevaar, J.C., Heins, M., Siesling, SS., The impact of health symptoms on health-related quality of life in early-stage breast cancer survivors. (2019)) ):
- verwerking van de ziekte;
- angst voor terugkeer van kanker;
- somberheid;
- zorgen en onzekerheid over de toekomst (onder meer over de positie op de arbeidsmarkt).
Het verliezen van één of beide borsten kan voor vrouwen het verlies van de vrouwelijke identiteit betekenen (Ataollahi et al., 2015 (Ataollahi, M. R., Sharifi, J., Paknahad, M. R., Paknahad, A., Breast cancer and associated factors: a review. (2015)) ).
Lichamelijke gevolgen
Lichamelijke gevolgen van (de behandeling van) borstkanker zijn onder andere (de Ligt et al., 2019 (de Ligt, K. M., Verloop, J., Ezendam, N. P. M., Smorenburg, C. H., Korevaar, J.C., Heins, M., Siesling, SS., The impact of health symptoms on health-related quality of life in early-stage breast cancer survivors. (2019)) ):
- beperkingen in het bewegen van arm en schouder;
- vervroegde menopauze;
- pijn;
- neuropathie (zenuwschade);
- botverlies;
- cardiotoxische effecten (schade aan het hart);
- vermoeidheid.
Ook kan lymfoedeem optreden, een (abnormale ophoging van eiwitten en vocht), maar door okselsparende behandelingen komt dit steeds minder voor.
De meerderheid van de vrouwen ervaart gewichtstoename tijdens de behandeling van borstkanker. Dit komt vaker voor bij vrouwen die adjuvante chemotherapie krijgen (Vance et al., 2011 (Vance, V., Mourtzakis, M., McCargar, L., Hanning, R., Weight gain in breast cancer survivors: prevalence, pattern and health consequences. (2011))
). Daarnaast geven vrouwen aan dat zij na de behandeling last hebben van misselijkheid, vaginale problemen (droogheid, pijn bij geslachtsgemeenschap), blaasproblemen en opvliegers (Ganz et al., 2011 (Ganz, PA., Kwan, L, Stanton, AL., Bower, JE., Belin, TR., Physical and psychosocial recovery in the year after primary treatment of breast cancer. (2011))
). Een deel van de vrouwen kan ook jaren na de diagnose nog pijn en lichamelijke klachten als pijn en slaapproblemen ondervinden (Wu & Harden, 2015 (Wu, H, Harden, JK., Symptom burden and quality of life in survivorship: a review of the literature. (2015))
) .
Zowel mentale als lichamelijke gevolgen van (de behandeling van) borstkanker kunnen een negatieve invloed hebben op het seksleven van de vrouw (Ussher et al., 2012 (Ussher, JM., Perz, J, Gilbert, E, Changes to sexual well-being and intimacy after breast cancer. (2012)) ).
- L. Revales (RIVM)
- A.M. Gommer (RIVM)
- J.B. Prins (Radboudumc)
- J.N.H. Timmer-Bonte (Radboudumc)