1,6 miljoen mensen met artrose bekend bij huisarts
In 2022 waren er naar schatting 1.605.200 mensen met artrose (gewrichtsslijtage) bekend bij de huisarts: 583.600 mannen en 1.021.600 vrouwen (jaarprevalentie (Het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft gehad gedurende een bepaald jaar.)). De meeste mensen zijn gediagnosticeerd met knieartrose (770.400).
De jaarprevalentie betreft alle mensen die ergens in het jaar 2022 bekend waren bij de huisarts met een vorm van artrose. Deze mensen hoeven niet allemaal in 2022 contact te hebben gehad met de huisarts voor artrose. Ongeveer een kwart van de mensen die in 2022 bekend waren bij de huisarts met artrose, heeft hiervoor in dat jaar ook contact gehad met de huisarts.
46.800 nieuwe gevallen van knieartrose in 2022
In 2022 kregen naar schatting 46.800 mensen de diagnose knieartrose van de huisarts: 18.300 mannen en 28.500 vrouwen. Knieartrose is daarmee de meest voorkomende artrose. In hetzelfde jaar werd de diagnose van artrose aan overige ledematen (overige perifere artrose) 43.200 keer gesteld. Bij vrouwen (29.700) ruim twee keer zo vaak als bij mannen (13.500). De diagnose heupartrose werd in totaal 29.300 keer gesteld.
Tabel: Artrose in huisartsenpraktijk naar type 2022
Nieuwe gevallen | Jaarprevalentie | |||
---|---|---|---|---|
Mannen | Vrouwen | Mannen | Vrouwen | |
Per 1.000 personen | ||||
Heupartrose (L89) | 1,3 | 2,0 | 20,5 | 34,8 |
Knieartrose (L90) | 2,1 | 3,2 | 32,8 | 54,1 |
Overige perifere artrose (L91) | 1,5 | 3,3 | 23,3 | 53,6 |
Totaal a | 66,3 | 114,7 | ||
Absolute aantallen | ||||
Heupartrose (L89) | 11.700 | 17.700 | 180.100 | 308.500 |
Knieartrose (L90) | 16.300 | 28.500 | 288.400 | 482.000 |
Overige perifere artrose (L91) | 13.500 | 29.700 | 205.100 | 476.800 |
Totaal a | 583.700 | 1.021.600 |
Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn
- ICPC (International Classification of Primary Care)-code L89-L91
a) De totale jaarprevalentie van artrose komt overeen met het aantal mensen dat in 2022 ten minste één vorm van artrose had. Mensen met meerdere vormen van artrose tellen dus maar één keer mee in het totaal.
- M.J.J.C. Poos (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- J.W. Vanhommerig (NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg))
- M.H.D. Plasmans (RIVM)
- M. Buijs (RIVM)
- H. Giesbers, red. (RIVM)
- C. Hendriks, red. (RIVM)