In 2024 gemiddelde huishoudensgrootte 2,1 personen
Op 1 januari 2024 telde Nederland bijna 8,4 miljoen huishoudens. Het gaat hier om zogenoemde particuliere huishoudens. Deze huishoudens worden gevormd door personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften kunnen voorzien. Gemiddeld wonen er 2,1 mensen in een Nederlands huishouden, in 1963 was de gemiddelde huishoudensgrootte nog 3,5. Niet iedereen maakt deel uit van een particulier huishouden. In 2023 woonden 276.024 personen in een institutioneel huishouden, zoals een verpleeghuis, een psychiatrisch ziekenhuis, een penitentiaire inrichting of een gezinsvervangend tehuis (CBS StatLine).
Ongeveer 40% van alle huishoudens bestaat uit één persoon
Particuliere huishoudens zijn onder te verdelen in eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Ongeveer 39% (3,3 miljoen) van alle 8,4 miljoen huishoudens bestaat uit één persoon. De meeste mensen in Nederland wonen echter samen met anderen, in een gezin met kinderen, met een partner of als alleenstaande ouder in een eenoudergezin. In 2,6 miljoen huishoudens in Nederland wonen één of meer kinderen. Dat zijn meestal gezinnen van twee gehuwde ouders, maar ook met één ouder of twee ouders die niet getrouwd zijn (CBS, 2024).
- Achterliggende cijfers (institutionele) huishoudens: CBS Statline
- C. Deuning (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))