Interactief overzicht sterftecijfers

Op VZinfo worden de sterftecijfers voor een selectie van doodsoorzaken gepresenteerd in een interactief overzicht. Voor alle onderwerpen zijn sterftecijfers beschikbaar naar leeftijd en geslacht. Naast de huidige situatie zijn er per ziekte/aandoening ook trends beschikbaar.

Mensen met diabetes hebben grotere kans op overlijden

Tot 60 jaar is de kans om te overlijden voor mensen met diabetes type 1 ongeveer 5 keer zo groot als voor mensen zonder diabetes. Dit verschil neemt daarna langzaam af. Boven de 45 jaar is de kans om te overlijden voor mensen met diabetes type 2 ongeveer twee keer zo groot als die van mensen zonder diabetes. Dit verschil neemt, net als bij diabetes type 1, langzaam af met de leeftijd omdat op hoge leeftijd ook andere doodsoorzaken vaker voorkomen.

Diabetes was bij 7% de onderliggende doodsoorzaak 

In de periode 2012-2019 overleden in totaal 10.426 mannen en 11.759 vrouwen ouder dan 45 jaar bij wie diabetes als onderliggende doodsoorzaak De ziekte of de gebeurtenis die aan de basis ligt van een aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de dood leidt. (De ziekte of de gebeurtenis die aan de basis ligt van een aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de dood leidt. ) is aangewezen. Dit komt overeen met gemiddeld 1.300 mannen en 1.500 vrouwen per jaar. Bij ongeveer 7% van de mensen met diabetes die overleden, is diabetes aangemerkt als de onderliggende doodsoorzaak. Dit percentage is hoger bij jongere mensen met diabetes die overlijden en neemt vanaf 60 jaar af. 

Tabel: Sterfteverhouding van mensen met diabetes versus mensen zonder diabetes, 2012-2019
  DM1 versus geen DM DM2 versus geen DM
Leeftijd Man Vrouw Man vrouw
45-49 5,5 5,6 1,9 2,8
50-54 5,2 4,6 1,7 2,5
55-59 6,5 5,3 1,8 1,8
60-64 4,5 5,8 1,6 1,7
65-69 4,1 5,6 1,6 1,6
70-74 4,1 4,2 1,5 1,6
75-79 2,6 3,8 1,4 1,5
80-84 2,3 2,8 1,3 1,4
85-89 2,0 1,9 1,2 1,3
90-94 1,4 1,7 1,1 1,2
95+ 1,3 1,5 1,2 1,2

Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn, CBS Bevolkingsstatistiek, gegevens bewerkt door RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), zie Poos et al. 2021 Poos, R., Nielen, M., Hilderink, Analyseren van het effect van het hebben van diabetes op de sterftekans en levensverwachting (2021) (Poos, R., Nielen, M., Hilderink, Analyseren van het effect van het hebben van diabetes op de sterftekans en levensverwachting (2021))

  • Verhouding in sterftekans van mensen met diabetes type 1 (DM1) en mensen met diabetes type 2 (DM2) versus mensen zonder diabetes, naar leeftijd en geslacht
  • Omdat er sprake is van kleine aantallen zijn gegevens van een langere periode gebruikt (2012-2019) en worden de resultaten vanaf 45 jaar gepresenteerd.

Verschil in levensverwachting voor mensen met en zonder diabetes

De levensverwachting Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) van mensen met diabetes hangt af van de mate waarin hun bloedglucose onder controle is en van het al dan niet optreden van complicaties als hart- en vaatziekten en nierproblemen (Lutgers et al. 2009 Lutgers, H. L., Gerrits, EG., Sluiter, WJ., Ubink-Veltmaat, LJ., Landman, G. W. D., Links, TP., Smit, AJ., Bilo, H. J. G., Gans, R. O. B., Life expectancy in a large cohort of type 2 diabetes patients treated in primary care (ZODIAC-10). (2009) (Lutgers, H. L., Gerrits, EG., Sluiter, WJ., Ubink-Veltmaat, LJ., Landman, G. W. D., Links, TP., Smit, AJ., Bilo, H. J. G., Gans, R. O. B., Life expectancy in a large cohort of type 2 diabetes patients treated in primary care (ZODIAC-10). (2009)) ). Voor zowel mannen als vrouwen van 45 jaar met diabetes type 1 is de resterende levensverwachting ongeveer 13 jaar lager dan de levensverwachting voor mensen zonder diabetes. Het verschil in levensverwachting is op 65-jarige leeftijd minder groot, maar bedraagt voor mannen nog steeds acht en voor vrouwen ruim negen jaar. Bij mannen van 45 jaar met diabetes type 2 is de levensverwachting bijna vier jaar lager dan voor mensen zonder diabetes. Voor vrouwen is dit verschil ruim vier jaar. Het verschil in levensverwachting neemt op 65-jarige leeftijd af tot ruim twee jaar voor mannen en bijna drie jaar voor vrouwen. Een deel van het verschil in sterfte door diabetes kan mogelijk verklaart worden door het opleidingsniveau. Mensen met diabetes hebben gemiddeld een lagere sociaaleconomische status dan mensen zonder diabetes. Aangezien mensen met een lage sociaaleconomische status een lagere levensverwachting hebben, kan het verschil in levensverwachting voor een deel daardoor worden verklaard (Poos et al. 2021 Poos, R., Nielen, M., Hilderink, Analyseren van het effect van het hebben van diabetes op de sterftekans en levensverwachting (2021) (Poos, R., Nielen, M., Hilderink, Analyseren van het effect van het hebben van diabetes op de sterftekans en levensverwachting (2021)) ).

Tabel: Geschatte resterende levensverwachting voor mensen met en zonder diabetes, 2012-2019
 
Mannen Vrouwen
Leeftijd Zonder DM DM1 DM2 Zonder DM DM1 DM2
45 jaar 37,4 24,6 33,8 40,4 27,2 36,2
65 jaar 19,5 11,6 17,2 22,2 13 19,6
85 jaar 5,9 3,9 5,4 7,1 4,8 6,3

 Bron: Nivel Zorgregistraties eerste lijn, CBS Bevolkingsstatistiek, gegevens bewerkt door RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), zie Poos et al. 2021 Poos, R., Nielen, M., Hilderink, Analyseren van het effect van het hebben van diabetes op de sterftekans en levensverwachting (2021) (Poos, R., Nielen, M., Hilderink, Analyseren van het effect van het hebben van diabetes op de sterftekans en levensverwachting (2021))

  • Geschatte resterende levensverwachting voor de Nederlandse bevolking, voor mensen zonder diabetes, mensen met diabetes type 1 (DM1) en mensen met diabetes type 2 (DM2)
  • Omdat er sprake is van kleine aantallen zijn gegevens van een langere periode gebruikt (2012-2019) en worden de resultaten vanaf 45 jaar gepresenteerd.

  • M.H.D. Plasmans (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • C. Deuning, red. (RIVM)
  • A.M. Gommer, red. (RIVM)
  • C. Hendriks, red. (RIVM)