Loopsnelheid naar leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Loopsnelheid naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabelBron: Doetinchem Cohort Studie
- Vrouwen zijn gemiddeld kleiner dan mannen, waarvoor gecorrigeerd wordt in het model. Dit verklaart namelijk deels hun lagere loopsnelheid.
Oudere vrouwen lopen langzamer dan mannen
Loopsnelheid neemt af met de leeftijd. Een loopsnelheid langzamer dan 0,8 m/s wordt beschouwd als lage loopsnelheid. Vrouwen van 55 jaar en ouder lopen gemiddeld 0,054 meter per seconde (m/s) langzamer dan mannen van dezelfde leeftijd, gecorrigeerd voor verschil in lengte (Sialino et al. 2021 (Sialino, L.D., Schaap, LA., van Oostrom, SH., Picavet, SJ. H., Twisk, JW. R., Verschuren, W.M.M., Visser, M, Wijnhoven, HA. H., The sex difference in gait speed among older adults: how do sociodemographic, lifestyle, social and health determinants contribute? (2021)) ; Sialino et al. 2019 (Sialino, L.D., Schaap, LA., van Oostrom, SH., Nooyens, AC. J., Picavet, H.S.J., Twisk, JW. R., Verschuren, W.M.M., Visser, M, Wijnhoven, HA. H., Sex differences in physical performance by age, educational level, ethnic groups and birth cohort: The Longitudinal Aging Study Amsterdam. (2019)) ). Hierdoor zijn vrouwen gemiddeld 4 jaar jonger als ze een lage loopsnelheid bereiken dan mannen (vrouwen 72,5 jaar en mannen 76,5 jaar). Dit betekent dat vrouwen mogelijk meer negatieve gezondheidsgevolgen ervaren omdat een goede loopsnelheid bescherming biedt tegen fysieke beperkingen, lage kwaliteit van leven, ziekenhuisopnamen en sterfte.
Meerdere risicofactoren dragen bij aan lagere loopsnelheid vrouwen
Mannen en vrouwen hebben vergelijkbare risicofactoren voor een lage loopsnelheid. Echter, bij oudere vrouwen is er een sterker verband tussen weinig beweging en hoge BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) met een lagere loopsnelheid dan bij mannen. Dit betekent dat eenzelfde toename in BMI geassocieerd is met een grotere afname in loopsnelheid bij vrouwen dan bij mannen (Sialino et al. 2021 (Sialino, L.D., Schaap, LA., van Oostrom, SH., Picavet, SJ. H., Twisk, JW. R., Verschuren, W.M.M., Visser, M, Wijnhoven, HA. H., The sex difference in gait speed among older adults: how do sociodemographic, lifestyle, social and health determinants contribute? (2021)) ). Daarnaast komen bepaalde risicofactoren bij vrouwen vaker voor, zoals een laag opleidingsniveau, alleen wonen, chronische ziekten, pijn en depressieve symptomen. Deze risicofactoren, met name pijn, dragen bij aan de lagere loopsnelheid bij oudere vrouwen. Sommige risicofactoren komen vaker voor bij mannen: ze roken vaker, bewegen minder en hebben vaker een klein sociaal netwerk dan vrouwen. Dit is geassocieerd met een lagere loopsnelheid bij mannen (Sialino et al. 2021 (Sialino, L.D., Schaap, LA., van Oostrom, SH., Picavet, SJ. H., Twisk, JW. R., Verschuren, W.M.M., Visser, M, Wijnhoven, HA. H., The sex difference in gait speed among older adults: how do sociodemographic, lifestyle, social and health determinants contribute? (2021)) ).
Geen verschil tussen generaties of opleidingsniveaus
De verschillen tussen mannen en vrouwen in loopsnelheid zijn consistent voor verschillende generaties en opleidingsniveaus.
- Doetinchem Cohort Studie | RIVM
- LASA-studie
- LASA: Man/vrouw verschillen in fysieke veroudering
-
LASA-onderzoek naar de loopsnelheid van vrouwen en mannen (Tijdschrift Geron: Sialino et al., 2022)
Deze studie bevat gegevens van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA (Longitudinal Aging Study Amsterdam)), een nationaal representatieve ouderenpopulatie uit drie verschillende regio’s in Nederland (Amsterdam, Zwolle en Oss). LASA omvat gegevens van 3.107 deelnemers die voor het eerst hebben deelgenomen in 1992 en van 1.002 deelnemers die er in 2002 voor het eerst bijkwamen. De deelnemers waren 55 jaar en ouder tijdens hun eerste meting en werden hierna elke drie tot vier jaar opnieuw gemeten. Loopsnelheid is gemeten aan de hand van een gevalideerde test: de tijd die nodig was om zo snel mogelijk drie meter te lopen, om te draaien en drie meter terug te lopen. Meer informatie over LASA en alle gemeten risicofactoren zijn te vinden op de LASA-website. Multivariabel mixed model analyse voor herhaalde metingen is gebruikt om de gegevens de analyseren.
- L.D. Sialino (Vrije Universiteit Amsterdam/RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- H.A.H. Wijnhoven (Vrije Universiteit Amsterdam)
- E.A. van der Wilk, red. (RIVM)