Percentage van de doelgroep dat deelneemt aan de eerste ronde van de neonatale gehoorscreening

Indicatorwaarde

Percentage

99,3

Verslagjaar: 2023

Trend

3-jarige trend
2021     
2023

Stabiele trend; niet getoetst er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil (er is geen statistische toets uitgevoerd om te bepalen of sprake is van een statistisch significant verschil )

Interpretatie indicator

De Neonatale Gehoorscreening is een landelijk bevolkingsonderzoek dat iedere pasgeborene in Nederland krijgt aangeboden. De screening bestaat uit drie ronden. Als na drie ronden geen voldoende gehoor is aangetoond aan beide oren, volgt verwijzing naar een audiologisch centrum voor nader onderzoek. Het doel van de Neonatale Gehoorscreening is om kinderen met een permanent gehoorverlies van minimaal 40 decibel aan één of beide oren tijdig op te sporen, zodat bij de kinderen met een dubbelzijdig gehoorverlies vóór de leeftijd van een half jaar gestart kan worden met een passende interventie. Daarnaast kan een audiologisch centrum adviezen geven voor de begeleiding van kinderen met gehoorverlies aan één oor. De eerste ronde van de screening wordt uitgevoerd door de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg). Kinderen krijgen de gehoorscreening tijdens een huisbezoek door de JGZ (samen met de hielprik) of tijdens een bezoek aan het consultatiebureau.

Verantwoordingstabel deelname gehoorscreening

 

Toelichting

Volledige naam indicator

Percentage van de doelgroep dat deelneemt aan de neonatale gehoorscreening

Bron

Monitoring neonatale gehoorscreening (TNO/RIVM)

De cijfers komen uit de Monitor neonatale gehoorscreening. TNO voert deze monitor uit in opdracht van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB). De gegevens uit de Monitor zijn afkomstig uit het neonatale gehoorscreeningsinformatiesysteem (NIS Niet-Ioniserende Straling. De verzamelnaam voor elektromagnetische straling waarvan de fotonenergie onvoldoende is om initialisatiereacties in atomen of moleculen te bewerkstelligen en zo bijvoorbeeld erfelijk materiaal (DNA) aan te tasten. (Niet-Ioniserende Straling. De verzamelnaam voor elektromagnetische straling waarvan de fotonenergie onvoldoende is om initialisatiereacties in atomen of moleculen te bewerkstelligen en zo bijvoorbeeld erfelijk materiaal (DNA) aan te tasten.)), waaraan jeugdgezondheidszorg (JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg))-organisaties en audiologisch centra gegevens aanleveren.

Berekening

Teller: Aantal kinderen dat gescreend is  in de eerste screeningsronde van de Neonatale Gehoorscreening.

Noemer: Aantal levendgeboren kinderen minus het aantal kinderen dat is opgenomen op een NICU Neonatale intensive care unit (Neonatale intensive care unit) en het aantal kinderen dat overleden is voor het moment dat screening en diagnostiek zijn voltooid.

*Kinderen die niet meetellen in de noemer, tellen ook in de teller niet mee.

Interpretatie

De Neonatale Gehoorscreening is een landelijk bevolkingsonderzoek dat iedere pasgeborene in Nederland krijgt aangeboden. De screening bestaat uit drie ronden. Als na drie ronden geen voldoende gehoor is aangetoond aan beide oren, volgt verwijzing naar een audiologisch centrum voor nader onderzoek. Het doel van de Neonatale Gehoorscreening is om kinderen met een permanent gehoorverlies van minimaal 40 decibel aan één of beide oren tijdig op te sporen, zodat bij de kinderen met een dubbelzijdig gehoorverlies vóór de leeftijd van een half jaar gestart kan worden met een passende interventie. Daarnaast kan een audiologisch centrum adviezen geven voor de begeleiding van kinderen met gehoorverlies aan één oor. De eerste ronde van de screening wordt uitgevoerd door de JGZ. Kinderen krijgen de gehoorscreening tijdens een huisbezoek door de JGZ (samen met de hielprik) of tijdens een bezoek aan het consultatiebureau.

Streefwaarde

≥ 98%

Jaar

2023

  • S. Brukx (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
  • R. Gijssen (RIVM)
  • C. Hendriks (RIVM)