Zorguitgaven soa naar sector
Sla de grafiek Zorguitgaven soa naar sector 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision) code: A50-A56, A60, A63.0, A74, I98.0, K67.0-K67.2, M03.1, M73.0-M73.1, N29.0, N74.2-N74.4, O98.1-O98.2
Zorguitgaven voor soa ruim 61 miljoen euro in 2019
De uitgaven van zorg voor soa (Seksueel overdraagbare aandoeningen) in 2019 zijn geraamd op 61,4 miljoen euro, exclusief de uitgaven van zorg voor hiv (Human immunodeficiency virus (Humane Immunodeficiëntievirus))-infectie en aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome). Dat is 0,06% van de totale uitgaven voor de gezondheidszorg in Nederland in dat jaar. De zorguitgaven voor soa's zijn 4,3% van de zorguitgaven die gemaakt worden voor de totale hoofdgroep infectieziekten en parasitaire ziekten. Van de totale zorguitgaven voor soa is 54% toe te schrijven aan de sector openbare gezondheidzorg en preventie (33 miljoen euro). Dit zijn directe uitgaven voor de Centra Seksuele Gezondheid (CSG (Centra Seksuele Gezondheid, in Nederland bestaan acht regio's voor de uitvoering van de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg. )) bij de GGD (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst )'en in Nederland. De eerstelijnszorg is verantwoordelijk voor 15% van de totale zorguitgaven voor soa in 2019 (9,4 miljoen euro), 11% gaat naar genees- en hulpmiddelen. (7,2 miljoen euro).
Zorguitgaven soa naar leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Zorguitgaven soa naar leeftijd en geslacht 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision) code: A50-A56, A60, A63.0, A74, I98.0, K67.0-K67.2, M03.1, M73.0-M73.1, N29.0, N74.2-N74.4, O98.1-O98.2
Meeste zorguitgaven soa voor 20- tot 30-jarigen
De zorguitgaven voor soa (Seksueel overdraagbare aandoeningen) in 2019 waren het hoogst in de leeftijdscategorie van 20 tot 30 jaar. 46% van de totale zorguitgaven voor soa ging naar deze leeftijdscategorie. De zorguitgaven nemen daarna snel af met de leeftijd. De zorguitgaven zijn hoger voor mannen dan voor vrouwen (respectievelijk 60% en 40%). De totale zorguitgaven voor soa bedroegen 61,4 miljoen euro in 2019 (exclusief de uitgaven van zorg voor hiv (Human immunodeficiency virus (Humane Immunodeficiëntievirus))-infectie en aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome)).
Zorguitgaven hiv en aids naar sector
Sla de grafiek Zorguitgaven hiv en aids naar sector 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision) code: B20-B24, Z21
Zorguitgaven voor hiv en aids 202 miljoen euro in 2019
In 2019 bedroegen de zorguitgaven voor hiv (Human immunodeficiency virus (Humane Immunodeficiëntievirus)) en aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome) 201,7 miljoen euro. Hiervan ging 141 miljoen euro (70%) naar genees- en hulpmiddelen en 42 miljoen euro (21%) naar ziekenhuiszorg en medisch-specialistische zorg. De zorguitgaven voor hiv en aids maken 13,9% uit van de totale uitgaven voor infectie- en parasitaire ziekten en 0,21% van de totale uitgaven van de gezondheidszorg in Nederland.
Zorguitgaven hiv en aids naar leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Zorguitgaven hiv en aids naar leeftijd en geslacht 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision) code: B20-B24, Z21
Meeste zorguitgaven hiv en aids voor mannen
Van alle zorguitgaven in 2019 voor hiv (Human immunodeficiency virus (Humane Immunodeficiëntievirus)) en aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome) ging 82% naar de zorg voor mannen en 18% naar de zorg voor vrouwen. Gemiddeld worden de meeste zorguitgaven voor hiv en aids gemaakt in de leeftijdsgroep van 45 tot 60 jaar. Deze verschillen in zorguitgaven naar leeftijd en geslacht houden verband met het vóórkomen van hiv en aids onder verschillende leeftijdsgroepen bij mannen en vrouwen. In 2019 bedroegen de totale zorguitgaven voor hiv en aids 201,7 miljoen euro.
Zorguitgaven hepatitis naar sector
Sla de grafiek Zorguitgaven hepatitis naar sector 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision) code: B15, B16, B17.0-B17.2, B17.8-B17.9, B18.0-B18.2, B18.8-B18.9, B19, B25.1, B94.2, O98.4, P35.3
Zorguitgaven hepatitis 171 miljoen euro
In 2019 werd 170,8 miljoen euro uitgegeven aan de zorg voor hepatitis. Dit betreft 0,18% van de totale uitgaven voor de gezondheidszorg in Nederland en 12% van de totale zorguitgaven voor infectie- en parasitaire ziekten. Van de zorguitgaven voor hepatitis gaat 69% naar genees- en hulpmiddelen. 13% gaat naar openbare zorg en preventie en bijna 9% gaat naar eerstelijnszorg. De Kosten van Ziekten studie maakt geen onderscheid tussen hepatitis B en andere vormen van virale hepatitis.
Zorguitgaven hepatitis naar leeftijd en geslacht
Sla de grafiek Zorguitgaven hepatitis naar leeftijd en geslacht 2019 over en ga naar de datatabelBron: Kosten van Ziekten
- Geraamde cijfers
- ICD-10 (International Classification of Diseases, tenth revision) code: B15, B16, B17.0-B17.2, B17.8-B17.9, B18.0-B18.2, B18.8-B18.9, B19, B25.1, B94.2, O98.4, P35.3
Meeste zorguitgaven hepatitis voor mannen
In 2019 ging 69% van de uitgaven van zorg voor hepatitis naar mannen en 31% naar vrouwen. De meeste zorguitgaven werden gemaakt bij mensen in de leeftijdscategorie van 45 tot 60 jaar. De relatief hoge zorguitgaven bij nuljarigen worden veroorzaakt doordat baby's sinds 2011 via het Rijksvaccinatieprogramma worden gevaccineerd tegen hepatitis B. De uitgaven voor de screening van zwangere vrouwen op hepatitis B vallen in de Kosten van Ziektenstudie onder 'zwangerschap, geboorte en kraambed', en zijn niet opgenomen in bijgaande figuur. In 2019 werd in totaal 170,8 miljoen euro uitgegeven aan de zorg voor hepatitis.
- A.C. de Weerdt (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))
- S. Gouwens (RIVM)
- M.A. Koopmanschap (RIVM en EUR (Erasmus Universiteit Rotterdam))
- A. van der Meer (RIVM)
- G.J. Kommer (RIVM)