Databewerking regionale gegevens door het RIVM
Het gebruik van medisch-specialistische zorg in ziekenhuizen en van geestelijke gezondheidszorg (GGZ (Geestelijke gezondheidszorg)) in Nederland is in kaart gebracht met behulp van Diagnose Behandeling Combinaties (DBC (Diagnose Behandeling Combinatie. Een DBC geeft het geheel van activiteiten van de behandelaar weer (bijvoorbeeld vormen van diagnostiek, behandeling, begeleiding, et cetera) voortvloeiend uit de zorgvraag van de patiënt.)-trajecten of DBC's). De oorspronkelijke data met betrekking tot medisch-specialistische zorg in ziekenhuizen bestaat uit een overzicht van het aantal DBC-trajecten en de bijbehorende kosten (uitgesplitst naar ziekenhuis- en honorariumkosten) per vierpositie postcode, naar leeftijd (21 klassen) en geslacht. Tevens is er een onderscheid naar specialisme, type zorgaanbieder, zorgtype en individuele instelling/zorgaanbieder (middels de AGB-code).
DBC-data zijn beschikbaar vanaf 2005, maar in de jaren 2005-2009 zijn de achtergrondkenmerken (vierpositie postcode, leeftijd, geslacht) niet volledig beschikbaar, waardoor deze jaren niet geschikt zijn voor ruimtelijke analyse. In de Nationale Atlas Volksgezondheid is het gegevensjaar 2010 gebruikt, in dit jaar is het verlies door onvolledige of onjuiste codering minder dan 0,5% van het aantal trajecten.
De data is geaggregeerd van vierpositie postcode naar gemeenteniveau (situatie 2013) en gekoppeld aan een middenjaarschatting (MJS) van de bevolking. Deze MJS is een benadering van de gemiddelde omvang van de bevolking in het jaar en wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de bevolking op 1 januari 2010 en 1 januari 2011. Vervolgens zijn met de bevolkingsgegevens de relatieve aantallen DBC-trajecten en kosten berekend.
Om te corrigeren voor de invloed van een verschillende bevolkingssamenstelling (leeftijd en geslacht) is ook een direct gestandaardiseerd cijfer berekend, zichtbaar als achtergrondkaart. Daardoor zijn de gemeenten beter onderling te vergelijken dan met de ruwe gegevens alleen. Directe standaardisatie wordt berekend door het aantal DBC-trajecten per inwoner, naar leeftijd en geslacht, te wegen met het aandeel van deze leeftijds- en geslachtscategorie in de totale Nederlandse bevolking.
De GGZ-DBC data wordt door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zonder verdere nabewerking overgenomen. De data is online verkrijgbaar via het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) op Statline.
Regionale verschillen in reistijd naar dichtstbijzijnde zorgvoorziening
Voor het bepalen van de reistijden per vierpositiepostcode gebied is gebruik gemaakt van de Drive Time Matrix (DTM) van Geodan. Deze matrix tabel bevat de reistijden en -afstanden over de weg tussen postcodes in Nederland op vierpositiepostcodeniveau. Hierbij is uitgegaan van de snelste route met de personenauto.
Trend in kosten van ziekenhuiszorg naar prijs en volume
De gemiddelde jaarlijkse groei is onder te verdelen in twee factoren: prijs en volume. De ontwikkelingen in prijs zijn toe te schrijven aan loonontwikkelingen en veranderingen in kostprijzen van goederen en diensten. Veranderingen in volume komen onder meer doordat de omvang en leeftijdsopbouw van de bevolking veranderen. Dit wordt ook wel demografische volumegroei genoemd. Het verschil tussen de totale volumegroei en de demografische volumegroei is de ‘overige volumegroei’. Onder overige volumegroei vallen veranderingen in bijvoorbeeld epidemiologie en technologie. Als de groei negatief is, betekent dit dat er een daling is opgetreden.
De prijsontwikkeling in de tabel is gebaseerd op de sectorspecifieke prijsontwikkeling van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Voor ziekenhuiszorg is deze voor de jaren 2011-2015 nog niet beschikbaar. De prijsontwikkeling voor 2011-2015 is daarom gebaseerd op de prijsmutatie BBP uit de Middenlangetermijnverkenning van het CPB (Centraal Planbureau). Het CPB cijfer is een algemene prijsontwikkeling en geldt dus niet alleen voor ziekenhuiszorg. De CBS sectorspecifieke prijsontwikkeling kan hier van afwijken.
Het CPB geeft de jaarlijkse prijsontwikkeling. Op basis van de jaarlijkse prijsontwikkelingen is de prijsontwikkeling voor 2011-2015 berekend:
Prijsontwikkeling 2011-2015 = (prijsontwikkeling 2011 * prijsontwikkeling 2012 * prijsontwikkeling 2013 * prijsontwikkeling 2014) ^ (1/4)